WINKEL
De Lucaskerk is in 1845 gebouwd op een terp.
Bekijk alle 11 foto's
De Lucaskerk is in 1845 gebouwd door aannemer Pieter Witlok uit Medemblik. Het ontwerp is gemaakt door waterstaatsingenieur H.H. Dansdorp. Deze hervormde kerk is ter vervanging van een kerk die in 1843 was gesloopt. De kerk vormt het einde van de lintbebouwing van het dorp Winkel aan de oostzijde.
Door ernstige verzakkingen, veroorzaakt door een slechte fundering, moest de toren van de kerk in 1867 grotendeels worden afgebroken en opnieuw opgebouwd. Tijdens deze herstelwerkzaamheden zijn twee lichtkozijnen in de voorgevel dichtgemetseld om de onderbouw van de toren te verstijven. Ook werden de zijden van de toren en de voorgevel bepleisterd met Portlandcement en zuiver wit duinzand. In 1986 is een begin gemaakt met de restauratie en verbouwing van de kerk tot multifunctioneel centrum. Eind 1987 was de restauratie voltooid. De Lucaskerk wordt sindsdien ook voor allerlei culturele activiteiten gebruikt. De Culturele Stichting Niedorp (CSN) verzorgd elk jaar een mooie programmering. Het torenuurwerk is mogelijk het oudste werkende van Nederland.
Beschrijving exterieur De zaalkerk is gebouwd op een rechthoekige plattegrond. Aan de voorzijde is de kerkruimte opgenomen door de toren. De kerk is één bouwlaag hoog en heeft een zadeldak gedekt met leien. Het gebouw is van baksteen en de west- en zuidzijde zijn gecementeerd. De houten goten langs de voet van het dak zijn bekleed met zink.
De voorgevel is verdeeld in drieën. Een gedeelte van een gebouw wordt ook wel ‘travee’ genoemd. De middelste travee bevat de hoofdingang. De ingang heeft een omlijsting en wordt bekroond door een kroonlijst op consoles. Een console (ook wel kraagsteen) is een uit de muur stekend geprofileerd stenen of houten deel dat dient ter ondersteuning van een kroonlijst. Boven het ingangsportaal bevat de middentravee van beneden naar boven: een waterlijst, een gietijzeren rondboogvenster en een gietijzeren roosvenster. In de buitenste traveeën zijn de dichtgemetselde rondboogvensters nog goed te zien.
Het deel van de toren boven de dakdoorsnijding is voorzien van hoeklisenen, deze zijn decoratief. De geprofileerde kroonlijst vormt het einde van de vierkante basis van de toren. Daarop staan vier hoekpinakels, dat zijn de puntige kegels bij elke hoek. In de achtzijdige klokkentoren bevindt zich het uurwerk en een klok. Het torenuurwerk dateert uit het einde van de 13de eeuw. De klokkentoren heeft galmgaten, dat zijn openingen in de toren ter hoogte van de luidklok zodat het geluid naar buiten kan. De torenspits is van zink (oorspronkelijk gedekt met leien) en bekroond door een windwijzer met daarop een verguld zeepaardje.
De zijgevels hebben zes rondboogvensters. In de noordgevel hebben deze nog de oorspronkelijke houten roeden verdeling, in de zuidgevel zijn deze vervangen door gietijzeren ramen.
Waardering rijksmonument De kerk met bijbehorend hek is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorische oogpunt als representatief en goed bewaard voorbeeld van een rond het midden van de 19de eeuw gebouwde dorpskerk, naar ontwerp van een waterstaatsingenieur, waarbij soberheid en toepassing van classicistische detaillering tot de kenmerken behoren.
De kerk heeft ensemblewaarde vanwege de beeldbepalende situering op een terp en de ligging in de as en als afsluiting van de Dorpsstraat.
Van kunst- en cultuurhistorische waarde zijn de oudere uit voorgaande kerk afkomstige onderdelen: de waarschijnlijk 17de-eeuwse preekstoel, de herenbank uit 1671, de 17de-eeuwse grafzerken, het in 1862 door Knipscheer gebouwde orgel. Klokkenstoel met klok van Geert van Wou, 1482, diameter 82 cm. Mechanisch torenuurwerk, 15de eeuw, mogelijk het oudste werkende torenuurwerk in Nederland.
Bronnen https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/511059