Oosternijkerk
De toren is flink ouder dan het kerkgebouw: twee eeuwen maar liefst. Van afstand lijkt de toren onversneden, maar de kloostermoppen vormen op tweederde een zaagtandlijst. Daaronder zitten venstersleuven en in de top rondbogige spaarnissen. Achter de toren...
De toren is flink ouder dan het kerkgebouw: twee eeuwen maar liefst. Van afstand lijkt de toren onversneden, maar de kloostermoppen vormen op tweederde een zaagtandlijst. Daaronder zitten venstersleuven en in de top rondbogige spaarnissen. Achter de toren leidt een golvende reeks spitsboogvensters in het kerkschip je naar het vijftiende-eeuwse koor.
Binnen is onder een blauw houten tongewelf meubilair geschilderd in grijze tonen met wit en staat het in een traditioneel protestantse opstelling. Heel mooi zijn de preekstoel en het doophek in rococovormen, waarschijnlijk in 1775 gemaakt door dé meester uit de omgeving: Yge Rintjes. Er tegenover staan twee herenbanken met rugkuiven voorzien van familiewapens uit dezelfde tijd. Het orgel uit 1814 van Hillebrand is in 1831 uitgebreid door Van Gruisen.
Extra informatie:
De kerk staat met het koor naar het dorpscentrum gericht op een ruim kerkhof. De toren, in de 13de eeuw gebouwd van gemêleerd rode kloostermoppen, is het oudst. De oversneden torenromp heeft door zaagtandlijsten een geleding gekregen. In het onderste gedeelte staan venstersleuven; boven zijn aan twee zijden dubbele galmgaten in een segmentnis opgenomen; aan de andere zijden staan de gepaarde galmgaten in een geprofileerde rondboognis. De geveltoppen van het zadeldak kregen rondbogige spaarnissen in twee zones. Het driezijdig gesloten koor is aan het einde van de 15de eeuw gebouwd. Het heeft slanke spitsboogvensters. Recent is in de sluitmuur een vluchtdeur aangebracht. Het koor wordt, net als het schip, geschoord door eenmaal versneden beren en onder de dorpels van de vensters loopt een bakstenen waterlijst rondom. Het schip is kort na de bouw van het koor totstandgekomen. Aan beide zijden is het geopend met spitsboogvensters, waarvan de zuidelijke spitser zijn dan die aan de noordzijde. Op enkele plaatsen zitten ook kleinere vensters. Alle vensters hebben gepleisterde dagkanten die steenrood zijn geschilderd. Ze zijn voorzien van voorzetramen, waardoor de raamplastiek is verminderd. De zuidelijke ingang is vervangen door een venster met een borstwering; die in de noordmuur staat onder een segmentboog en in een geprofileerde spitsboognis. De bakstenen van koor en schip zijn rijker gemêleerd dan die van de toren.
Het inwendige van schip en koor wordt gedekt door een tongewelf en trekbalken. Hieronder staat het meubilair dat grotendeels is geschilderd in grijze tonen met wit, in een traditionele protestantse opstelling. De preekstoel met klankbord en het doophek zijn in fraaie rococovormen waarschijnlijk in 1775 vervaardigd door Yge Rintjes, dé meester uit deze contreien. De panelen en hoekpenanten van de kuip kregen gesneden loofwerk met bessen. Het doophek bezit elegante balusters en siervazen. Tegenover de preekstoel staan twee herenbanken uit dezelfde tijd met rugkuiven met wapens. Het orgel is in 1814 gebouwd door J.A. Hillebrand en is in 1831 door Albertus van Gruisen uitgebreid.
Gotisch
Eind 15de eeuw, toren 13de eeuw
Protestants
Preekstoel, herenbanken, orgel
Hier vind je Sint-Ceciliakerk Oosternijkerk
De Buorren 14vanaf jouw locatie