In het landschap van Fryslân liggen honderden, zo niet duizenden waterwerken. Gemalen, sluisjes, overloop en ga maar door. Allemaal om het oppervlaktewater en de grondwaterstand in goede banen te leiden. Kunstwerken op zich, die voor veel mensen onzichtbaar zijn door de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid.
Daar brengt Sense of Place, in samenwerking met Wetterskip Fryslân en Visit Wadden, verandering in. Via een audioroute nemen we je mee op ontdekkingsreis langs een aantal van deze Friese waterwerken. Met je telefoon of tablet als gids ontdek je het DNA van onze mooie provincie – op de fiets of in de auto.
Laat je meevoeren
De gemalen en waterloopjes vertellen het …
In het landschap van Fryslân liggen honderden, zo niet duizenden waterwerken. Gemalen, sluisjes, overloop en ga maar door. Allemaal om het oppervlaktewater en de grondwaterstand in goede banen te leiden. Kunstwerken op zich, die voor veel mensen onzichtbaar zijn door de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid.
Daar brengt Sense of Place, in samenwerking met Wetterskip Fryslân en Visit Wadden, verandering in. Via een audioroute nemen we je mee op ontdekkingsreis langs een aantal van deze Friese waterwerken. Met je telefoon of tablet als gids ontdek je het DNA van onze mooie provincie – op de fiets of in de auto.
Laat je meevoeren
De gemalen en waterloopjes vertellen het verhaal van het landschap in het Noorden en de gemeenschap die hier onlosmakelijk mee verbonden is. Wij, noorderlingen, die van Holland Nederland maakten en een manier vonden om op de zeebodem te leven. In de tijd van zeespiegelstijging en klimaatverandering is dit thema meer dan ooit relevant en verdienen deze waterwerken een podium. Een spotlight. Dat doen we met Gemalen Verhalen.
De eerste fiets- en autoroute in het Waddengebied staat: van Firdgum naar Marrum en terug richting Ried. Ontdek de bijzondere kracht via de (audio)verhalen van elf waterwerken in dit gebied. Duik onder het wateroppervlak waar vissen migreren. Beklim de dijk om te zien hoe de schapen hun steentje bijdragen. En ga terug in de tijd waar je leert hoe de dorpsbewoners samenwerkten om droge voeten te houden.
Eerbetoon aan Joop Mulder
Gemalen Verhalen is een van de laatste projecten waar Joop, Sense of Place-oprichter, voor zijn onverwachte overlijden aan gewerkt heeft. Joop vond het belangrijk om de onzichtbare helden van ons land de aandacht te geven die ze verdienen. Hij was dan ook zeer gepassioneerd over dit project.
Om de route persoonlijk te maken en Joop te eren hebben we elf kunstenaars gevraagd de verhalen in te spreken. Ieder van hen heeft nauw samengewerkt met Joop en mooie projecten gerealiseerd voor Sense of Place.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van Stichting de Versterking, het Prins Bernhard Cultuurfonds Fryslân en Rabobank Noord Nederland.
Vanaf Toeristisch Overstap Punt Firdgum/Koehool kun je zo het gebied rondom Unesco Werelderfgoed De Wadden intrekken!
Stel je het jaar 700 voor. De dijk die je in de verte ziet, bestaat nog niet. Twee keer per etmaal stroomt de zee via geulen en prielen het land in. En tijdens de herfst en winter komt het water soms gevaarlijk dichtbij. Een ramp?
(beluister hier het audioverhaal)
Stel je het jaar 700 voor. De dijk die je in de verte ziet, bestaat nog niet. Twee keer per etmaal stroomt de zee via geulen en prielen het land in. En tijdens de herfst en winter komt het water soms gevaarlijk dichtbij. Een ramp? Dat valt meestal mee, want de mensen wonen op heuveltjes die ze in de loop van de eeuwen hebben gemaakt: terpen. Het is de oudste manier om droge voeten te houden.
Dit dorp Firdgum bestond ook uit een aantal terpen, die op de hoger gelegen kwelderwallen waren aangelegd. Bij de kerktoren kun je goed zien dat er later afgravingen zijn geweest: de vruchtbare terpaarde werd in de negentiende eeuw duur verkocht.
De mensen die hier woonden leefden mét de zee. Die zee was wel een voortdurende bedreiging, maar het eindeloze komen en gaan van zout water bood ook kansen. Zo zorgde de zee voor vruchtbare landbouwgrond en een natuurlijk ophoging van het landschap rondom de terp, doordat er steeds laagjes slib achtergebleven als het water zich terugtrok.
Zulke laagjes slib kun je ook duidelijk zien in het door archeologen en vrijwilligers gereconstrueerde zodenhuis van terpbewoners, waarvoor zoden uit buitendijks land zijn gestoken. De zoden die terpbewoners voor hun gebouwen gebruikten waren sterk en compact, en bovendien voorhanden in de boomloze kuststreek. En, niet onbelangrijk: de zodenhuizen deden vermoedelijk in comfort niet onder voor houten huizen.
Dijken, in de verte te zien, zorgden er vanaf de elfde eeuw dat de zee definitief wegbleef. Lekker veilig. Maar de druk van de zee op het land neemt toe door de hoge dijken, en het land hoogt zich niet meer vanzelf op. Een dijkdoorbraak zal daarbij gigantische impact hebben. Misschien kunnen nog wat van onze voorouders leren, zeker met het oog op duurzaamheid en klimaatverandering.
Ingesproken door:
Jan Ketelaar werkt in woord en beeld. Zo schrijft hij teksten en gedichten, maar maakt ook sculpturen in zijn loods in Drachten. Ter gelegenheid van de 400-jarige betrekkingen tussen New York en Nederland organiseerde Joop in 2009 het New Island festival. Jan benaderde hem omdat hij vond dat zijn beeld "De staat van Nederland" daarheen moest. “Toen zei hij "goed plan, dat gaan we regelen" en sindsdien is er een samenwerking ontstaan. We waren vrienden zonder dat uit te spreken. Zonder Joop hadden de beelden niet in Holwerd gestaan.
Joop was een stille kracht en stimulator, hij hield worsten voor waar ik hard achteraan rende.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Het Yeb Hettinga Museum is gevestigd in de oude school van Firdgum. Naast het museum is een oorspronkelijke terpwoning nagebouwd, een zodenhuis zoals die aan het begin van de jaartelling op deze plek moet hebben gestaan.
Wat een dijk! Het is een flinke klim, maar bij helder weer kun je de waddeneilanden zien liggen. Niet alleen de hoogte van de dijk imponeert, maar ook de strakke en rechte vorm. Vroeger was die veel grilliger.
(beluister hier het audioverhaal)
Wat een dijk! Het is een flinke klim, maar bij helder weer kun je de waddeneilanden zien liggen. Niet alleen de hoogte van de dijk imponeert, maar ook de strakke en rechte vorm. Vroeger was die veel grilliger. Zo kun je aan het wegenpatroon zien dat de dijk hier ooit een bocht maakte.
De dijk was ook veel lager. Tot in de twintigste eeuw konden de Koehoolsters waarschijnlijk vanuit hun huizen de zee zien, over een anderhalve meter hoog dijkje. In de jaren dertig werd de dijk ongeveer vijfenhalve meter hoog en in de jaren zeventig kwam hier nog minstens twee meter bij. De komende jaren wordt de dijk versterkt.
De dijk en de zee bepaalden eeuwenlang het leven in Koehool. Bijna alle inwoners visten in het voorjaar en zomer met fuiken op haring, schar, bot en paling. Met z'n allen sleepten ze de vissersbootjes in het voorjaar over de dijk.
Met de komst van de Afsluitdijk in 1932 was het in één klap afgelopen met de haringvisserij. De zeestromen waren door de afsluiting van de Zuiderzee drastisch veranderd, waardoor ook die dijkverhoging hier nodig was. Een flink deel van de oude (vissers)huisjes en zwartgeteerde schuurtjes sneuvelden in 1970, toen de dijk niet alleen hoger maar ook breder werd. Alleen het beeld De Waadfisker en de recreatiewoningen die op vissershuizen zijn geïnspireerd herinneren nu nog aan de visserij.
De kustbewoners waren ook op een andere manier verbonden met het water. Zwemmen kon je hier namelijk lange tijd ook, bij hoog water dan, net als op andere plaatsen aan de dijk. In de jaren dertig waren hier zelfs badhokjes in het café om je te verkleden.
Ingesproken door:
Scenograaf en theatermaker Sofie Doeland ontwikkelt ook installatiekunst. In 2019 maakte ze een kunstwerk voor Moving Landscapes, een samenwerking tussen Oerol en Sence of Place. Een reizende expositie bestaande uit zes landschapswerken die het perspectief van de toeschouwer manipuleren, raken en sturen.
Sofie begeeft zich graag in een monumentaal of ongewoon landschap, het liefst ergens buiten op een heuvel in weer en wind. Op die manier is ze met Joop Mulder in aanraking gekomen. “Ik heb hem leren kennen als een trouwe, lieve en krachtige man. Nuchter en vastberaden. Erg behulpzaam en vol vertrouwen. Hij stond echt pal achter de kunstenaars waarmee hij werkte. Het raakt me nog steeds dat hij er niet meer is.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Al eeuwenlang plukken kustbewoners vruchten van deze bodem, die ooit zee was. En dat is letterlijk zo, de (poot)aardappelteelt van deze streek is bijvoorbeeld van wereldklasse.
(beluister hier het audioverhaal)
Al eeuwenlang plukken kustbewoners vruchten van deze bodem, die ooit zee was. En dat is letterlijk zo, de (poot)aardappelteelt van deze streek is bijvoorbeeld van wereldklasse. Toch is er ook een keerzijde. Het zoutgehalte in kustgebieden neemt namelijk zo ver toe dat problemen ontstaan in de landbouw.
Je kunt je wel voorstellen wat er gebeurt als een gewas teveel zout krijgt. In dit gebied hier rond Westhoek komt het zoute grondwater gelukkig niet zo hoog dat de wortels van de gewassen erin groeien. Maar in de zomer kunnen boeren hun droge akkers soms niet beregenen met water uit de sloten en vaarten omdat het zoutgehalte te hoog is.
Het Wetterskip zet deze pomp hier beneden bij het veerooster (en andere stuwen en opmalingen in heel Friesland) in tegen de verzilting, door de vaarten en kanalen door te spoelen met zoet water dat uit de Friese boezem komt.
De Friese boezem is de benaming voor de aan elkaar verbonden kanalen en meren in Friesland met een streefpeil van 0,52 meter onder Normaal Amsterdams Peil (NAP). Dat NAP is het nulpunt dat we in Nederland gebruiken om hoogtes met elkaar te vergelijken. Een onmisbaar instrument.
Het zoete water dat naar deze polder komt, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw van de boezem is afgesloten, wordt bij de sluis van Wier 6 km verderop ingelaten. Het zoute water stroomt naar het gemaal in Zwarte Haan en vandaar naar zee. Probleem opgelost, voor even.
De toenemende zeespiegelstijging zorgt voor een hogere druk van het zoute zeewater op de kustgebieden. De bodem van het land klinkt in, en daalt ook door delfstoffenwinning, en het zoute grondwater zit dus dichterbij de oppervlakte. De zoete laag boven het zoute grondwater wordt ook nog eens dunner omdat de zomers tegenwoordig vaak erg droog zijn.
Het probleem speelt niet alleen hier, maar wereldwijd. Er wordt daarom steeds vaker gekeken naar zouttolerante gewassen voor de toekomst, gewassen die goed tegen zout kunnen dus. Want doorspoelen met zoet water werkt wel, maar het is ook een kostbare manier. Ook op andere manieren wordt daarom al meer zoet water vastgehouden, door bijvoorbeeld oevers te verbreden.
Ingesproken door:
Nienke Brokke beschrijft zichzelf als een kunstenaar die gaat waar het verhaal is. Haar werk uit zich van video-installaties tot land-art. Nienke organiseert buurtprojecten waarbij ze met de bewoners iedere beeldende discipline gebruik om hun verhalen samen te verbeelden. Van animatiefilms tot zandsculpturen.
In 1997 studeerde zij af op de Rietveld theatervormgeving/Art-direction. Joop was daarbij de examinator. 17 jaar na dato nam hij contact op omdat haar examenwerk hem bijgebleven was. “Joop was bevlogen met veel ervaring en verstand van uiteenlopend theater en kunstdisciplines. Een man met twee blote voeten stevig op de grond.
Vanaf de eerste ontmoeting was het alsof hij familie van me was. Hartelijk, oude jongens krentenbrood zeg maar. We bespraken grootse plannen. Verfrissend voor mij om mee te gaan in zijn onstuitbare enthousiasme en projecten te bedenken.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Het is bijna niet voor te stellen dat de zee deze dijk kan verslaan. Toch was er in de laatste veertig jaar een keer of acht serieuze dijkbewaking nodig.
(beluister hier het audioverhaal)
Het is bijna niet voor te stellen dat de zee deze dijk kan verslaan. Toch was er in de laatste veertig jaar een keer of acht serieuze dijkbewaking nodig. Rinus en Sander Dorst van Zeedefensie zijn dan ook altijd voorbereid. Hier in de werkplaats hangen de zaklampen aan de muur, de portofoons staan aan de lader en ligt het draaiboek op tafel. Voor het geval dát.
Vader en zoon Dorst liggen er niet wakker van, ze weten namelijk precies hoe de dijk erbij ligt. Elke week inspecteren ze de 25 kilometer dijk tussen Harlingen en Nieuwebildtzijl. En elke dag zijn ze hier sowieso te vinden, voor onderhoud en beheer. Zo gooien ze bijvoorbeeld kuilen dicht die door honden zijn gegraven en vangen ze ongeveer 150 mollen per jaar in hun klemmen.
Is dat nou echt nodig? Ja, want gangen, gaten en kuilen kunnen de dijk behoorlijk verzwakken. Ook is de grasmat superbelangrijk om de bovenlaag sterk te houden, hiervoor wordt een mengsel van zes soorten diepwortelend gras gebruikt. Als 80% van een vierkante meter grasmat ook daadwerkelijk uit grassprietjes bestaat, zijn de mannen dik tevreden.
Het gras wordt onderhouden door de schapen die je tussen april en oktober op de dijk ziet grazen. Met hun 'gouden voetjes' trappen ze de grond precies genoeg in en zorgen ze zo voor de ideale stevigheid. Vroeger graasden er ook wel koeien, maar hun hoeven deden meer kwaad dan goed.
De droogte van de laatste zomers baart wel eens zorgen. Schapen hebben soms nauwelijks genoeg te eten en enkele dijkvakken moesten opnieuw ingezaaid worden. Ook zette het waterschap voor het eerst een egger in, een machine die onkruid uit het gras haalt.
Andere soorten grassen en kruiden op de dijk zouden trouwens best een idee zijn, maar of dat veilig is? De proefvakken die je onderweg zag, laten vooralsnog zien dat de combinatie van schapen en gras het beste is voor de stevigheid van de dijk.
Aan de 'achterkant' van de dijk vind je geen gras maar asfalt, met daaronder steen en zand. In de jaren negentig bleek het asfalt zo zwak dat uit voorzorg breuksteen en grond bij de werkplaats is neergelegd. Je weet immers maar nooit. Intussen wordt er ook een proef gedaan met innovatieve asfaltbekleding.
Ingesproken door:
De van oorsprong Friese Esther Kokmeijer is kunstenares, ontdekker, designer and fotograaf. Ze woont tegenwoordig in Rotterdam, maar werkt overal ter wereld.
Esther werkt met Joop Mulder aan een serie projecten waarmee ze met korenbloemen verhalen over water zichtbaar wil maken. Een zee van bloemen, een terp omringd door water, een dijkdoorbraak en Holwerd aan zee, zichtbaar gemaakt met miljoenen bloeiende Korenbloemen. “Inspirerend hoe Joop zo begaan was met het prachtig Waddengebied. Hoe hij verhalen over dit bijzondere landschap tot leven wist te brengen en zich inzette om intieme ontmoetingen te creëren met dit landschap.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Je zag de typisch blauwe kleur waarschijnlijk al van verre: het dak van het zeegemaal dat hier sinds 1973 staat en genoemd is naar waterschapsvoorzitter Henk Miedema.
(beluister hier het audioverhaal)
Je zag de typisch blauwe kleur waarschijnlijk al van verre: het dak van het zeegemaal dat hier sinds 1973 staat en genoemd is naar waterschapsvoorzitter Henk Miedema. Dit gemaal kan tot 700 kubieke meter per minuut water vanuit de vaart in zee lozen. Als je hier even blijft staan, kun je zomaar het gemaal horen aanslaan, want die schakelt automatisch in.
Een geweldige uitvinding dus, een gemaal, maar er zit ook een nadeel aan. Gemalen zijn namelijk net als dijken en sluizen een grote hindernis voor trekvissen, omdat zij voor hun overleving tussen zoet en zout water moeten kunnen migreren. In 2015 is dit gemaal visvriendelijk gemaakt, door de pompen aan te passen en een vispassage met een lokstroompomp te maken.
Jammer genoeg is het niet te zien, maar in het voor- en najaar is het hier een drukte van belang op vissengebied. Trekvissen als spiering, trekkend driedoornig stekelbaarsje en paling maken dan gebruik van het vismigratiesysteem in het gemaal.
Instinct drijft volwassen palingen hier in de herfst naar het einde van de Kouwe Faart toe, omdat ze naar de zoute Waddenzee willen. Een waaier beschermt ze als ze met het uitstromende water mee de zee in worden gepompt. Eenmaal in zee zit hun reis er nog lang niet op. Ze leggen maar liefst 5000 kilometer af naar hun geboortegrond, de Sargassozee bij Mexico, om te paaien.
De jonge palingen die daar worden geboren, glasaaltjes genoemd omdat ze doorzichtig zijn, drijven vervolgens op de golfstromen mee naar Europa. Zo komen ze in de lente onder andere hier achter de dijk terecht. En dan is het hun beurt om dit gemaal te trotseren, nu landinwaarts. Een lokstroom van zoet water helpt hen door een buis onder de dijk door, waar ze hier in de bak onder je voeten terecht komen. Maximaal twee uur later gaat hier onder water een schuif open. En zo begint de kringloop van het leven opnieuw.
Ingesproken door:
Theun Mosk werkt inmiddels 20 jaar als ontwerper in theater, zowel voor dans, opera, toneel, performance, mime en muziektheater. Daarnaast maakt hij installaties in de openbare ruimte en ontwerpt hij landschapswerken.
In 2008 kwam Theun in aanraking met Joop Mulder toen hij samen met Robert Wilson en Boukje Schwiegman ‘Walking’ ontwierp tijdens Oerol. “Joop is voor mij een van de belangrijkste inspiratiebronnen. Een klein duwtje of idee kon uitmonden in een zee van gedachten en inspiratie. Hij was een diesel, met een enorme drive en noodzaak, dat maak je zelden mee. Mensen als Joop zijn nodig om de grenzen te verleggen en nieuw horizonnen te creeëren. Zij doen een leven en samenleven enorm verrijken.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
De Zwarte Haan is uniek gelegen aan de voet van de zeedijk, en wordt omringd door natuur, rust en ruimte. Het restaurant is gevestigd in een monumentale boerderij.
Strandhuis der Bildtpollen. Het staat er echt, op de woning hier aan de voet van de Nieuwebildtdijk.
(beluister hier het audioverhaal)
Strandhuis der Bildtpollen. Het staat er echt, op de woning hier aan de voet van de Nieuwebildtdijk. Een schelp siert het wapen op de gevel. Maar waar is het strand dan? Helaas. Zwemmen of recreëren kun je hier niet, maar strand betekent dan ook eigenlijk gewoon de overgang tussen land en zee.
Dit strandhuis werd in 1899 gebouwd voor het waterschap De Bildtpollen. Die Bildtpollen liggen hier achter je. Sinds 1715 is het een smalle polder van in totaal 55 hectare groot, die reikt tot aan het Noarderleech in het oosten.
Het waterschap van de Bildtpollen vergaderde eerder in de voorganger van dit huis, dat contributiehuis werd genoemd. En er waren nog twee andere strandhuizen op het Bildt, met hun eigen waterschap en strandmeester. Het statige Hooghuis aan de dijk tussen de Boonweg en Zwarte Haan moest in de jaren zeventig van de vorige eeuw verdwijnen voor de dijkverhoging, het strandhuis bij Westhoek is onherkenbaar.
De strandmeester van de Bildtpollen, die hier met zijn gezin woonde, voerde het dagelijkse werk voor het waterschap uit. Dat betekende vooral toezicht houden op de dijk, maar ook vaarten en weggetjes onderhouden die belangrijk waren voor de waterhuishouding, personeel aansturen en vee verzorgen dat in de polder graasde. De schuur stond vol met spullen voor dijkonderhoud en dijkbewaking.
De volmachten, bestuursleden wier gezichten op schilderijen en foto's zijn vereeuwigd, vergaderden altijd in de bovenkamer. Hier hadden ze goed zicht op zee en de (toen nog lagere) dijk een kilometer verderop. Soms sloten ook de 'ingelanden' bij de vergaderingen aan, eigenaren van de grond die tegen de zee beschermd moest worden. De vrouw des huizes kwam regelmatig met een dienblad de steile trap op om de heren met koffie, sigaren en sterke drank te bedienen.
Heerco Spoelstra was de laatste strandmeester. Toen het huis na fusies van waterschappen in 1980 vrijkwam, kochten de huidige bewoners het op een veiling. De eerste nacht dat het stormde, was het overduidelijk hoe zeer de wind hier de baas is. Toch hebben ze geen minuut spijt gehad.
Ingesproken door:
Arjen Boerstra creëert installaties, video’s, foto’s en voorstellingen op specifieke plekken. Daarbij staat de vraag ‘Wie of wat ben ik?’ centraal. Zijn werk toont in scene gezette situaties en vertelt verhalen over herinneringen, identiteit en menselijke ontwikkeling.
Oerol 2007 was het begin van een lange samenwerking tussen Arjen en Joop Mulder. Van het project De Aardappeleter tot Camera Batavia. “Als ik met Joop op stap was, maar ook als ik aan Joop denk, dan ging en ga ik opeens beter kijken. Uit opportunisme want ik wil projecten doen in dat landschap, maar ook uit een gedeelde liefde om verhalen te vertellen en ogen te openen. Dat delen en bewust maken was bij hem altijd voelbaar, het was waarvoor hij streed en waarmee hij tomeloos doorging.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
O, zo vervelend als je net op de fiets zit: een stortbui. Een extreme plensbui van meer dan 60 mm per etmaal is bovendien best zorgelijk. De waterbeheerders liggen er wel eens wakker van.
(beluister hier het audioverhaal)
O, zo vervelend als je net op de fiets zit: een stortbui. Een extreme plensbui van meer dan 60 mm per etmaal is bovendien best zorgelijk. De waterbeheerders liggen er wel eens wakker van. Hoe moeten de Friese gemalen zoveel water in korte tijd afvoeren? En hoe moet dat in de toekomst, nu zware buien door klimaatverandering steeds vaker voorkomen?
De Heining, dit gemaal dat opvallend genoeg ín de dijk is gebouwd, helpt daarbij. Dat gebeurt alleen als het waterpeil in de Friese boezem, dat is het aan elkaar verbonden stelsel van vaarten en meren, te hoog staat. Deze vijzels kunnen dan 250 kubieke meter water per minuut naar zee pompen.
Het is een mooie assistentie voor de gemalen aan het IJsselmeer, maar de capaciteit is ook weer niet overweldigend als je vergelijkt met die gemalen in Lemmer en Stavoren, en zelfs niet met de gemalen Zwarte Haan en Roptazijl, die de polders hier verderop aan de kust drooghouden.
De Heining is dan ook onderdeel van een groter plan. Het is een uiting van een nieuwe manier van denken over waterbeheersing, een interne 'klimaatverandering' zou je kunnen zeggen. Meer meebewegen mét de natuur en het water in plaats van tegen de natuur en het water strijden. Dat is best spannend, want we hebben duizend jaar dijken gebouwd om ons tegen het geweld van de zee te beschermen.
En hoe doe je dat dan, anders naar waterbeheersing kijken? Door ruimte te maken voor extra waterberging in het binnenland bijvoorbeeld, zoals je hier kunt zien aan de brede vaarten, die natuurvriendelijke oevers hebben gekregen. En doordat het zeewater vrij spel heeft in een kweldergebied hoogt deze vanzelf door slib op. Over een paar jaar ontstaat hier dan al een natuurlijke buffer tegen de stijgende zeespiegel, als een golfbreker voor de dijk.
Het gemaal is ook een verbinding tussen zoet en zout water. Dit is goed voor trekvissen die 24 uur per dag door het gemaal kunnen zwemmen, maar ook voor kwelderplanten en wadvogels in het unieke buitendijkse kwelderlandschap.
Ingesproken door:
Samen met de andere leden van kunstenaarscollectief Observatorium werkt Ruud Reutelingsperger al jaren aan kunst in de openbare ruimte. Hierbij richt het collectief zich op het veranderende landschap en hoe het de nieuwsgierigheid kan prikkelen naar de wereld om ons heen.
Ruud en zijn collega’s kennen Joop Mulder al sinds jaar en dag. “Joop en wij delen dezelfde passie; het landschap en de verhalen van mensen. We maakten wilde plannen, spraken bijzondere mensen en vooral van het buitendijkse gebied werden we lyrisch; kwelders en dobben die wij nog niet kenden. Hoe mooi zou het zijn als de mensen weer zelf land kunnen gaan maken, als bewoners hun relatie met het buitendijkse zelf nieuw leven in kunnen blazen en in samenwerking met kunstenaars ook de taal van de verbeelding gaan spreken; riepen wij hardop tegen de wind in naar elkaar.” Deze dynamische samenwerking leidde tot een drietal concrete projectvoorstellen; Terp van de Takomst, De Kromme Horne en de Golf van Termunterzijl. “Samen met Joop predikten we de slogan; Eerst geloven, dan zien.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
In het noordwesten van Friesland ligt het schilderachtige dorpje Oudebildtzijl. Hotel/Logement De Witte Klok ligt in het hart van het dorp en biedt reizigers al sinds 1664 accommodatie.
Waar anders dan hier spreek je af met dorpsgenoten? Op de 'pyp' natuurlijk: de brug over de zijl, de sluis. De sluis is het natuurlijke middelpunt van Oudebildtzijl.
(beluister hier het audioverhaal)
Waar anders dan hier spreek je af met dorpsgenoten? Op de 'pyp' natuurlijk: de brug over de zijl, de sluis. De sluis is het natuurlijke middelpunt van Oudebildtzijl. Het dorp dankt zijn ontstaan én naam aan de sluis. In het Bildtse dialect dat hier gesproken wordt: Ouwe Syl.
De sluis – van hout - wordt in 1507 in de pas aangelegde vijftien kilometer lange dijk getimmerd en is onderdeel van een grootschalige inpoldering. 'Skep foor skep' veroveren arbeiders hier land op zee, de vroegere monding van de Middelzee om precies te zijn. De sluis, op de plek waar de Oude Rij in zee stroomt, zorgt voor afwatering van de vruchtbare polder. Schepen kunnen via de schutsluis naar de Waddenzee en terug landinwaarts. Aanleggen kan bij de kolk, een klein haventje achter het café.
Een eeuw later, rond 1600 is alweer land aangeslibd en komt er een nieuwe afwateringssluis twee kilometer noordwaarts: de Nije Syl (de nieuwe zijl, sluis), waar ook een gehucht ontstaat. Het dorp met de oude sluis verandert dan van Bildtsyl naar Ouwe-Syl.
Toch is de sluis van het oude Bildt nog steeds onderdeel van de waterkering. De dijk functioneert namelijk nog als slaperdijk, een reservedijk dus. De eikenhouten deuren die je in de sluis ziet hangen kúnnen het water tegenhouden. Ze zijn in 2006 geplaatst omdat de oorspronkelijke deuren waren verdwenen. Tot die tijd lagen er tientallen balken achter het café, die in geval van nood in de sluis geschoven konden worden.
De Sylsters zullen tegenwoordig niet wakker liggen van hoog water. Een paar eeuwen geleden was dat wel anders. Als er tijdens Kerst 1717 een stormvloed over de kust raast bijvoorbeeld. Het zoute zeewater dreigt de polders in te stromen en de sluis begeeft het bijna. De heldhaftige timmerman Krelis Anne laat de Sylsters als de wiedeweerga een huis afbreken en het puin in de sluis storten. Het dorp is gered, net als het achterland. Iemand die goed bevelen uit kan delen staat hier op 'e Syl nog altijd bekend als iemand die 'ken kommendere als Baas Krelis.'
Ingesproken door:
Als architect leeft Alex van de Beld tussen twee werelden; de wereld van het landschap en de natuur, met daarnaast de wereld van de kunst en de cultuur. Alex werkt al zijn hele leven om die werelden te verbinden. Dat is volgens hem nu meer dan ooit nodig, willen we een nieuwe toekomst ontwerpen.
Alex leerde Joop Mulder in de aanloop naar 2018 kennen. “Joop was iemand die verschillende culturen bij elkaar bracht, zoals een sluis water met elkaar verbindt. Dat is meer en meer nodig om een inspirerende leefomgeving te maken waarin iedereen zijn plek vindt. Daarom zullen we Joop Mulder missen. Maar we gaan met zijn mentaliteit, creativiteit en zijn sense of place aan de slag voor het landschap van de toekomst.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Bezoek de Aerden Plaats en laat je verrassen! Maak kennis met de cultuurhistorie en de hedendaagse kunst van het Bildt!
Bij ons proef je het pure wat ‘Het Bildt’ ons te bieden heeft. Eten is een ware belevenis bij eetcafe ’t Graauwe Paard
Hoe hou je het water op hoogte in een poldervaart, terwijl de schepen er ook door moeten? Met een schutsluis natuurlijk. Hier zie je het lage waterpeil aan de ene kant, het hoge peil aan de andere kant.
(beluister hier het audioverhaal)
Hoe hou je het water op hoogte in een poldervaart, terwijl de schepen er ook door moeten? Met een schutsluis natuurlijk. Hier zie je het lage waterpeil aan de ene kant, het hoge peil aan de andere kant. Polder en boezem, de aan elkaar verbonden kanalen en meren in Friesland met hetzelfde streefpeil van 0,52 meter onder NAP, komen hier dus bij elkaar.
Bij deze in 2013 aangelegde Anita Andriessensluis kun je goed zien hoe zo'n schutsluis werkt. In dit geval met slechts één druk op de knop. Je vaart de sluis in als de schuiven openen en zorgt dat ze achter je sluiten. Je wacht tot het water op niveau is in de sluis en vaart verder als de deuren voor je openen. Simpel.
De trekvissen die bij Zwarte Haan het binnenwater inzwemmen kunnen hier door de vispassage naar de Friese boezem, net als bij Wier. De sluis van Alde Leie is terug, zou je kunnen zeggen, want vanaf ongeveer 1300 was hier ook al een sluis. Houten restanten en walbeschoeiingen zijn in de jaren zeventig van de twintigste eeuw in de bodem achter het café gevonden, toen er riolering werd aangelegd.
Die sluis was destijds heel belangrijk voor het dorp De Leije, dat aan de oever van een oude zeeslenk van de Middelzee lag. Er werd niet alleen water in zee geloosd, ook schepen konden hier in en uit. En door die zeehaven-functie was het een drukte van jewelste. Er werd dag in dag uit gehandeld in zuivel en vee, turf, hout en bier.
Toen het achterliggende Bildt in 1505 werd ingepolderd, was het gedaan met de economische bloei van het dorp. De sluis werd een binnensluis en De Leije veranderde in Oude Leije. De Leistervaart werd lange tijd nog wel gebruikt, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen er dammen en werd het stil op het water. Met de komst van de nieuwe sluis, onderdeel van het bevaarbaar maken van de Noordelijke Elfstedenvaarroute, varen hier weer bootjes door het dorp, zoals dat eeuwenlang gebeurde.
Ingesproken door:
Fotograaf Linette Raven ontwikkelt het liefst grote series met monumentale portretten van mensen uit een bepaalde omgeving/beroep. Haar contact met Joop Mulder dateert al van 2001, toen ze samen met hem voor Oerol 2002 t/m 2007 het project 'Fan twae kanten’ ontwikkelde en presenteerde. Er volgende nog vele projecten.
“Joop was een vanzelfsprekende aanwezigheid in mijn leven, hij was er gewoon.. zoals het hoort. Hij bood mij ruimte en zijn vertrouwen. Samen in de auto touren door het landschap van Terschelling of Friesland en maar ideeën spuien, een uitsmijter en weer door. Het was een unieke ervaring, met Joop als creatief pionier mee te mogen reizen. Zijn gunfactor, zijn creatieve geest en zijn blauwe twinkelogen altijd aan. Bij het elkaar weer zien, het ’hi meissie’. Later bleek niet alleen bij mij, zo mooi, allemaal dezelfde warme begroeting plus zachte-snor omhelzing.
Dat was Joop. Voor nu vanzelfsprekend en vaak aanwezig in mijn gedachte.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Bij eetcafe de Smalle Kant heeft een uitgebreide menukaart met voor ieder wat wils. Daarnaast biedt het eetcafé catering aan voor evenementen.
Tussen de diken rust de see in myn akkers. Het kunstwerk van Henk Rusman hier aan het begin van het dorp Sint Annaparochie beeldt de ontstaansgeschiedenis van de polder en voormalige gemeente het Bildt uit: drie dijken waartussen zee land is geworden.
(beluister hier het audioverhaal)
Tussen de diken rust de see in myn akkers. Het kunstwerk van Henk Rusman hier aan het begin van het dorp Sint Annaparochie beeldt de ontstaansgeschiedenis van de polder en voormalige gemeente het Bildt uit: drie dijken waartussen zee land is geworden.
De zee is overwonnen, maar het binnenwater moet wel altijd beheerst en beheert worden. Het Wetterskip voert daarom regenwater af in natte perioden, zoet water aan in droge periodes, vermindert het zoutgehalte door het water door te spoelen en dan hebben we het nog niet eens over (riool)waterzuivering. En dat gaat allemaal niet vanzelf.
Ook dit gemaal staat hier in al haar bescheidenheid belangrijk werk te doen. Het zorgt ervoor dat het water van deze vaart die door Sint Annaparochie naar het noorden stroomt, op de oude boezemhoogte blijft en wordt ververst. Anders staat het water te laag aan de kade midden in het dorp.
Inwoners waren tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw nauw betrokken bij de waterbeheersing. Gemalen werkten nog niet zoals tegenwoordig: volautomatisch en op afstand bedienbaar, en dus sprongen Bilkerts in opdracht van een van de waterschappen op de fiets naar een gemaal vlakbij, om een knop in te drukken en het water zo een zetje te geven. In de wijde omgeving en ook in de rest van Friesland zag je zulke kleine gemalen, Amerikaanse windturbines en een enkele oude poldermolen, die allemaal hun eigen landerijen droog pompten.
Toen het zeegemaal in Zwarte Haan er kwam en dit kustgebied van de Friese boezem werd afgesloten werden de kleine gemaaltjes in het Bildt overbodig. Behalve deze dan, die eerst aan de andere kant van het dorp stond.
Ingesproken door:
Marc van Vliet is een creatieve autodidact in verschillende disciplines. Van beeldend, theater en installatie tot performance en ontwerp. De laatste jaren ligt de nadruk op land-art, installaties, en kinetische objecten.
Over zijn jarenlange samenwerking met Joop Mulder, die begon bij de start van theatergroep Tuig, zegt Marc het volgende:
“Door Joop:
is Tuig ontstaan,
zijn we op Terschelling gekomen.
Ben ik van het wad gaan houden.
Verliefd geworden op Terschelling.
In vertrouwen, mijzelf mogen ontwikkelen.
In Europa beland met Tuig.
In Zuid-Afrika, in New York.
Landschappelijke installaties kunnen maken.
In vertrouwen, in vrijheid.
Met weinig woorden, maar met volledige steun.
Een zetje, een deur openen, ruimte bieden, vergezichten.
Voor mij, en voor ongelooflijk veel mensen.
Held! Voor altijd.
Verbonden met het eiland, het wad, creativiteit, het festival en het landschap.
Allemaal door Joop.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Het gemaal, dat hier in de jaren zeventig van de vorig eeuw kwam, heet ‘De Mieden’. Een toepasselijke naam, want dit Friese woord betekent een laaggelegen land aan de rand van het dorp.
(beluister hier het audioverhaal)
Met het blote oog is het moeilijk te zien, maar de bodem van deze omgeving ligt laag. Op sommige plekken, zoals hier bij het dorpje Ried, gaat het om een paar centimeter, maar er zijn in de buurt kommen die wel 30 centimeter lager liggen dan twintig jaar geleden.
Die bodemdaling is een belangrijke reden dat er een nieuw gemaal komt, dat het witte gemaal dat je verderop aan de Rie ziet liggen zal vervangen. Zowel de oude als de nieuwe kunnen 140 kubieke meter water per minuut naar hoger gelegen gebieden afvoeren bij hoge waterstanden. Ook doet het gemaal dienst bij stortbuien, die steeds vaker voorkomen.
Het gemaal, dat hier in de jaren zeventig van de vorig eeuw kwam, heet ‘De Mieden’. Een toepasselijke naam, want dit Friese woord betekent een laaggelegen land aan de rand van het dorp, land dat alleen gebruikt kon worden om van gras hooi te maken en aan het vee te geven.
Een jaar of vijf geleden bleek renovatie van het gemaal nodig, maar dat bleek lastig, omdat de vijzels diep genoeg moeten zijn als de bodem nog verder zakt. Daarom besloot Wetterskip Fryslân om een hele nieuwe te laten maken, die ook op verdere bodemdaling is berekend.
Hoe het komt dat de bodem is gedaald? Zout- en gaswinning. Vanaf 2004 is op een handvol locaties hier in de omgeving namelijk gas uit de bodem gewonnen. Toen bleek dat de bodem meer daalde dan was verwacht, is daarmee gestopt. Bij Tzummarum en Sexbierum is lange tijd zout uit de bodem gehaald, maar nu wordt overgestapt op winning uit de bodem van de Waddenzee. De bedrijven die de stoffen winnen, Vermillion en Frisia Zout, betalen mee aan gemalen als deze om de waterhuishouding te regelen.
Ingesproken door:
Beeldend kunstenaar Rob Sweere zit al sinds 1989 in het vak. Hij werkt met permanente monumentale installaties in de publieke ruimte en maakt tijdelijke installaties voor tentoonstellingen en festivals. Wereldwijd werkt Rob met groepen mensen.
Zo heeft hij Joop Mulder leren kennen tijdens Oerol. “Joop dacht op een schaal waarop ik zelf ook graag denk, maar die in de visie van anderen niet of weinig voorkomt. Samen met Joop kon je echt tot de max denken. Hij was niet bang en gaf vertrouwen. Jammer dat velen in onze omgeving niet zo onbevangen durven te dromen en ervoor te gaan. Ik zal Joop missen als dromer en als reisgenoot in deze maatschappij.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
Vanaf Toeristisch Overstap Punt Firdgum/Koehool kun je zo het gebied rondom Unesco Werelderfgoed De Wadden intrekken!
Bijzonderheden:
Tussen de routepunten 3 (Koehool) en 6 (Zwarte Haan) is er de mogelijkheid om op de Sedyk te fietsen. Deze kleine omleiding staat alleen niet weergegeven op de kaart. Vanaf Koehool kun je de Sedyk opfietsen, deze gaat tot aan Zwarte Haan. Van daaruit kun je de route verder volgen volgens de kaart. Op de kaart van deze routepagina is de autoroute weergegeven, die loopt over de Oudebildtdijk.