Eeuwenlang klotste bij vloed het water tegen de terp waarop de Sint-Willibrorduskerk van Holwerd is gebouwd. De terp waarop de kerk al vlak na de kerstening van de Friezen door de missionarissen Bonifatius, Liudger en Willibrord is gebouwd, lag tot aan 1580 buitendijks. De houten kerk is in de twaalfde eeuw vervangen door een uit tufsteen opgetrokken godshuis. De toren diende als vuurbaken voor de scheepvaart. De Waddenzee gold als verraderlijk, dankzij bakens zoals kerktorens wisten de schippers hun boten naar de veilige haven te loodsen.