Het wadslakje
Categorieën
Op het Wad vind je ontzettend veel bijzondere bewoners. Samen vertellen ze het verhaal van een van de meest unieke gebieden van Nederland: het UNESCO Werelderfgoed Waddenzee. In ‘Bewoners van het Wad’ stellen we deze bewoners aan je voor. Van de vuurtorens die al jaren uitkijken over de zee tot de trekvogels die komen snacken op het wad. Met deze keer: het wadslakje.
Eeuwenoude bewoners
Bij de ‘belangrijke dieren van de Wadden’ denken we al snel aan grote dieren, zoals de grijze zeehond of de vele vogels die in het gebied leven. Maar soms zijn juist de kleinste dieren van groot belang. Zo ook de Peringia ulvae, oftewel het wadslakje. Dit slakje werd voor het eerste beschreven in 1777 door Thomas Pennant, maar ze zijn al veel langer bewoners van het wad. Er zijn namelijk fossielen van wadslakjes gevonden die helemaal teruggaan tot het Holoceen. Deze fossielen zijn dus meer dan 11.000 jaar oud.
Klein maar fijn
Het wadslakje is klein. En daarmee bedoelen we echt ontzettend klein. Het slakje wordt vaak maar een paar millimeter groot. Hun schelpjes zijn klein en heel dun, maar daardoor niet minder mooi. Het schelpje is opgebouwd uit een spiraal. Deze gaat vaak ongeveer 6 tot 8 keer rond en eindigt in een mooie spitse punt. Het schelpje is bijna helemaal glad, maar als je heel goed kijkt zie je hele fijne groeilijntjes. Een wadslakje is in het water lichtbruin en soms een beetje geel van kleur. Een aangespoeld slakje lijkt vaak grijs of blauw.
Foto: Waddenvereniging
Vlotten bouwers
Wadslakjes kunnen net zoals andere slakken kruipen. Maar ze hebben ook een veel leukere en snellere manier gevonden om zichzelf te kunnen verplaatsen. Bij hoogwater maken de wadslakjes slijmbelletjes aan de onderkant van hun lichaam. Deze belletjes worden steviger als ze in aanraking komen met zeewater en vormen dan een soort ‘vlot’. Dit vlot vol lucht trekt het wadslakje ondersteboven mee naar het wateroppervlak. Zo kan hij makkelijk meedrijven met de stroming.
Bijzonder belangrijk
Het wadslakje mag dan klein zijn, hij is wel ontzettend belangrijk voor het waddengebied. Er zijn bijvoorbeeld veel andere dieren die het wadslakje eten, zoals vissen en vogels. Zelf eten wadslakjes vaak plantenresten, algen en bacteriën. De ontlasting van de wadslakjes zorgt er vervolgens weer voor dat het zand en het slik van de zeebodem aan elkaar plakt. Hierdoor blijft de bodem beter liggen en spoelt het niet mee met de stroming van het water.
Hier kan je ze vinden
De wadslakjes leven, zoals hun naam al zegt, op het wad. Ze leven op slikbodems en graven zich bij eb heerlijk in. Bijzonder is dat het wadslakje goed kan leven in zowel zout als zout water. Hierdoor zijn ze niet alleen langs de kust te vinden, maar bijvoorbeeld ook in binnendijks water op Texel. Hoewel de wadslakjes soms wel met 200.000 per vierkante meter leven zijn ze moeilijk te zien. Ze zijn nou eenmaal erg klein. Wil je de schelp van het wadslakje toch eens van dichtbij bekijken? Zoek dan langs de kust naar ‘grijs gruis’. Neem dit mee naar huis en kijk met een vergrootglas. Zo zie je al snel dat in dit gruis vaak allemaal schelpen van wadslakjes verstopt zitten.
Lees meer over het wadslakje
Ontdek ook
-
Meer verhalen
-
Knutsel een wadslakje