Van Dokkum tot Lauwersoog
Categorieën
De vorming van het landschap, riviertjes en zeeslenken in Dokkum en achterland is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van landbouw, visserij en veiligheid. Tot op de dag van vandaag zijn opbrengsten van de zeeklei en het zeewater van betekenis voor dit gebied.
Drie oude zeeverbindingen
Tussen Dokkum en het Wad bestaan drie oude zeeverbindingen. Langs deze vaarwegen brachten vissers uit Wierum en Moddergat aan zee in vroeger tijd hun vis naar Dokkum en boerendorpen. De oudste zeeverbinding is riviertje de Ald Paesens, een slingerende waterloop in het boerenland tussen Dokkum en tweelingdorp Paesens-Moddergat. ‘Moddergat’ verwijst naar de zanderige riviermonding aan het Wad, ooit op deze plek in oude tijden. De tweede zeeverbinding is de Súd Ie, een oude zeeslenk tussen Dokkum en de vroegere Lauwerszee. Tegenwoordig bevaarbaar per kano of kleine motorboot. De sluis bij Ezumazijl verbindt de Súd Ie met Nationaal Park Lauwersmeer dat in 1969 ontstond na de afsluiting van de Lauwerszee. De derde zeeverbinding van stad en wad is het Dokkumer Grootdiep. De ‘staande mastroute’ van het Grootdiep verbindt voor met name grotere (zeil)boten Dokkum en het Friese achterland met de Waddenzee. De vaarroute loopt via Dokkumer Nieuwe Zijlen en het Lauwersmeer, naar de zeesluis en haven van Lauwersoog.
Scheiding zout en zoet
De oudste zeesluis in de binnenstad van Dokkum zijn sluisdeuren in de Dokkumer Ee onder De Zijl voor het oude stadhuis. De zeesluis in de Ee waarborgde een harde scheiding van zout en zoet water in havenstad Dokkum. In middeleeuwse tijden stond de zeesluis in de Ee ter hoogte van Cisterciënzer klooster Claercamp bij Rinsumageest (richting Burdaard en Leeuwarden). Na afbraak van het klooster in 1580, toen Dokkum nog een toonaangevende zeehaven was in het noorden, haalde het stadsbestuur om strategische redenen de sluis binnen haar bolwerken.
Innovatieve zeekering: Dokkumer Nieuwe Zijlen
De bouw van Dokkumer Nieuwe Zijlen als nieuwe zeesluis, 150 jaar later in 1729, was in Europa een waterstaatkundig novum. Wiskundig-ingenieur Willem Lorée combineerde een veilige afsluiting van een brede zeearm tegen hoog water, met de functie van schutsluis voor handel- en vissersschepen, en een spuisluis voor afwatering van binnenwater bij laag water op zee (eb). Dokkumer Nieuwe Zijlen is een 18e eeuwse voorloper van de Afsluitdijk in 1932, waar ingenieur C. Lely ook spui- en schutsluizen combineerde met de functie van veilige waterkering tegen overstromingsgevaar uit zee.
Creatief leven met de zee
De zeeverbindingen laten zien hoe kustbewoners al eeuwen creatief ‘leven met de zee’. Enerzijds profiterend van visvangst, rijke landbouw en overzeese handel. Iets waar Dokkum als zeehaven, marktplaats en bestuurlijk centrum groot mee werd. Anderzijds bij storm en springvloed worstelend met gevaarlijke overstromingsrisico’s. Terpbewoning als beveiliging van Friezen tegen hoog water werd opgevolgd door de techniek van deltawerken met sluizen, dijkaanleg en waterstaatkundige constructies. Alles om een harde scheiding van zout en zoet te handhaven als randvoorwaarde voor productieve landbouw en veilig wonen.
Land- en zeeproducten
Een vruchtbare opbrengst van zeeklei, visvangst en zeehandel is tot op de dag van vandaag van betekenis voor ‘leven met de zee’. Vermogende burgers van Dokkum investeerden ooit in de vissersvloot van vissers in Moddergat. Boeren en fruittelers op de zeeklei leveren streekproducten van het land. De haven van Lauwersoog is thuishaven van de noordelijke visafslag en tientallen visserijkotters voor garnalen, platvissen en andere Noordzeevis. Kleinschalige duurzame wadvissers bewegen mee met het seizoen en leveren naast diverse vissoorten ook Waddenoesters -kokkels, -mosselen als culinaire waddenspecialiteiten.
Ontdek meer
-
Waddengastronomie
-
Smaak van de Wadden
Dit themaverhaal is geschreven t.b.v. de inspiratiekaarten en foodroutes in het kader van programma ‘Waddengastronomie versterkt Werelderfgoedbeleving’. Het Waddenfonds maakt het programma mogelijk met een financiële bijdrage. De provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen co-financieren het project en ook projectpartners NHL Stenden, Stichting Waddengroep/ondernemers leveren een eigen bijdrage.