Van vissersbuurt tot noordelijk havenhoofd
Categorieën
Harlingen als zeehaven kent een turbulente oorsprong. Door gebrek aan groene kwelders was hier geen stootkussen tegen kustafslag bij storm en springvloed. Hollandse graven met een oogje op Friesland werden er de voet dwars gezet. Harlinger vrachtschippers doorkruisten de Noordzee van Engeland tot Noorwegen. Nu is het de thuishaven van feestelijke Visserijdagen, de ’bruine vloot’ en internationale tall ships.
Kustafslag
Bij storm en springvloed sloeg de zee hier regelmatig stukken kustland af. Iets wat de nederzettingen Dikesherne en Medumwarth in de 13e eeuw overkwam als voorlopers van de havenstad. Tot in de 12e eeuw liepen monniken van het naburig klooster Ludingakerke nog droogvoets naar Terschelling over veengronden van het westelijk wad, later weggespoeld door veranderend klimaat. Kustverdediging, overzeese handel en nijverheid kleurden de havenplaats aan het wad. Landheer Georg van Saksen bouwde in 1499 bij de haven een versterkt ‘blokhuis’ met garnizoen als residentie van zijn stadhouderlijk gezag over de Friezen. Tot hij in 1504 rechtspraak en stadhouderlijk bestuur naar Leeuwarden verplaatste. Harlingen groeide dankzij industriële nijverheid en overzeese handel met Scandinavische Oostzeelanden en Engeland. En de uitvoer van zuivel en andere landbouwproducten van het Friese achterland naar Hollandse steden aan de overkant van de Zuiderzee (nu het IJsselmeer). De veerboot naar Terschelling en Vlieland onderhoudt de eeuwenoude band van Harlingen met beide eilanden.
Stenen man
De veiligste plek in oude tijden was de hoge terp en kerk van Almenum, nu ingebouwd in het zuidoostelijk deel van de stad. Na drie overstromingen eind 16e eeuw zorgde de Spaanse landvoogd Caspar de Robles voor serieuze zeedijkversterking in noordwest Friesland. De ‘Stiennen Man’ op de zeedijk bij Harlingen (1576) is een dankbaar eerbetoon voor de Spanjaard. Het blokhuis met dijkwerken beschermde de toegang tot twee binnenhavens voor handelsschepen, noordelijk en zuidelijk in de stad. Graven van Holland die via de Zuiderzee regelmatig het Friese gewest onder hun gezag wilden brengen, kregen zo weinig kans. Overgang in 1645 van de Friese Admiraliteit naar Harlingen (voor tolheffing en militaire bescherming van handelsschepen) toen de zeearm bij Dokkum door aanslibbing te ondiep werd. Het tekende de status van Harlingen als grootste handelsstad van het noorden. De ligging aan zee begunstigt nu de thuishavenfunctie voor de ‘bruine vloot’ van historische vrachtschepen voor recreatievaart. De komst van internationale klippers en tall ships creëerde in Harlingen een waar ‘Monte Carlo’ aan het wad.
Baksteen en visserij
Visserij werd pas na de Tweede Wereldoorlog gezichtsbepalend. Alle voorgaande eeuwen was Harlingen vooral handelshaven en bakermat van ambachtelijke nijverheid. Dakpannen en bakstenenproductie van Friese klei, zoutziederijen, houtzaagmolens, weverijen en stoffenproductie, steenkolenaanvoer uit Engeland. Vlaamse doopsgezinde vluchtelingen vonden hier eind 16e eeuw een veilig oord en droegen bij aan de Harlinger ondernemersgeest. In de 18e eeuw versterkt met katholieke Duitse wevers uit Westfalen. De komst van de Afsluitdijk (1932) maakte van Harlingen een thuishaven voor ontheemde Urker vissers. Moderne mossel- en garnalenvisserij op de Wadden- en Noordzee nam vanaf de jaren ‘50 een hoge vlucht. In 1959 beginnen de jaarlijkse Visserijdagen: het grote stadsfeest met (wadden)culinaire genietingen!
Harns
Het Friese ‘Harns’ voor Harlingen komt van Dikesherne of Herns. De plaatsnaam ‘Harlingen’ komt van een prominente lokale familie. Harlingen is de enige Friese plaats met een oorspronkelijke Friese naam die geen taalvariant is van de officiële stadsnaam,zoals Leeuwarden en Ljouwert of Sneek en Snits. Harlingen kreeg in 1234 al stadsrechten. Veel eerder dan andere steden als Leeuwarden (1435) en Amsterdam (1306). Hiermee is Harlingen één van de oudste steden van Nederland.
Ontdek meer
-
Waddengastronomie
-
Smaak van de Wadden
Dit themaverhaal is geschreven t.b.v. de inspiratiekaarten en foodroutes in het kader van programma ‘Waddengastronomie versterkt Werelderfgoedbeleving’. Het Waddenfonds maakt het programma mogelijk met een financiële bijdrage. De provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen co-financieren het project en ook projectpartners NHL Stenden, Stichting Waddengroep/ondernemers leveren een eigen bijdrage.