De Terschellinger polder - een Werelderfgoedbeleving
Categorieën
Het natuurreservaat De Boschplaat weerspiegelt hoe de hele Terschellinger Polder achter de duinen is ontstaan. Zoals het gebied achter de stuifdijken van de Boschplaat zich nu ontwikkeld, zo ontstond ooit de Terschellinger Polder achter de hoge duinen van het eiland. Duinen op hogere zandgronden met een binnenduinrand lopen over in lagere delen met kweldergrond, waar later vruchtbare landbouw mogelijk werd.
Duindoorn
Op de droge en kalkhoudende duinen groeien duindoorn struwelen. Een duindoorn kan met weinig voedingstoffen toe. De oranje bessenrijke struik kan in samenwerking met schimmels, ook stikstof uit de lucht halen voor eigen gebruik. Het Terschellinger duingebied kent verder veel cranberryvelden, vooral in vochtige zure duinvalleien. De pluk van cranberry’s is verpacht aan één bedrijf op het eiland; in het wild plukken is niet toegestaan. Cranberryproducten zijn echter op het hele eiland te genieten. In meer begroeide natte duinvalleien vind je ook wilde gagel. Een erg geurend kruid dat in de bierbrouwerij vroeger als voorloper van hop is gebruikt. Ook de smaak van gagelbier is op het eiland te proeven!
De Terschellinger polder
Zoet water uit het hoge duingebied werd door zgn. duinruggen gekeerd, waardoor zich op de zandige ondergrond veen ging vormen. Achter deze duinruggen ontstonden ook kwelders door de bezinking van slib (= klei), afgezet door de getijdenwerking van de Waddenzee. Afwatering van kwelders gebeurde via natuurlijk gevormde slenken en geulen, die op de Boschplaat kwelders nog te zien zijn. In de loop der tijd zijn delen van het veen en de kwelders weggeslagen door hoog zeewater. Door mensen aangelegde dijken beschermden de lager gelegen bodem tegen verwoestend zout water. Veeteelt en akkerbouw werden mogelijk op deze vroegere kwelders. In de 16de eeuw is een soort dijk gelegd om het gebied wat sindsdien de Terschellinger Polder is gaan heten. Een ogenschijnlijk vlak landschap, maar wie speurt ziet nog de patronen van het oude kwelderland. Het natuurlijk slenkenpatroon, af en toe zandige verhogingen, overblijfselen van oude slenken, en kolken of diepe poelen die bij dijkdoorbraken ontstonden.
Vogelparadijs
De Terschellinger polder is nu hoofdzakelijk weidegrond met heel veel weidevogels: grutto’s, scholeksters, tureluurs en kieviten. Ook visdieven en kokmeeuwen broeden er. De kwelders buitendijks, als deel van het Werelderfgoed Waddenzee, zijn populaire verzamelplekken voor de meer op zee gerichte waddenvogels.
Natuurinclusieve landbouw & streekoproducten
Terschellinger boeren bieden veel natuurinclusieve landbouw met streekproducten van topkwaliteit, zoals koeien- en schapenkaas, ijs van eigen koemelk. Akkerbouw is er nauwelijks meer. Wel zijn er traditionele bakkerspecialiteiten, zoals de Terschellinger Pondkoek. Maar het eiland kent nauwelijks streekproducten van eigen akker- en tuinbouw.
De Zilte Tuin
Opvallende uitzondering is de Zilte Tuin. Daar wordt geëxperimenteerd met voedselteelt op zilte grond: van groengewassen zoals lamsoor, zeekraal en zeeaster. Dit zijn pioniersplanten die ook op de kwelders groeien. De Zilte Tuin is verder een zoektocht naar zouttolerante rasvarianten van gangbare voedselproducten van de akkerbouw, zoals aardappelen en wortelen.
Ontdek meer
-
Waddengastronomie
-
Smaak van de Wadden
Dit themaverhaal is geschreven t.b.v. de inspiratiekaarten en foodroutes in het kader van programma ‘Waddengastronomie versterkt Werelderfgoedbeleving’. Het Waddenfonds maakt het programma mogelijk met een financiële bijdrage. De provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen co-financieren het project en ook projectpartners NHL Stenden, Stichting Waddengroep/ondernemers leveren een eigen bijdrage.