Op Ameland is het overdag prachtig fietsen en struinen, en de meeste bezoekers verruilen ‘s avonds de buitenlucht voor een gezellig café of een houtkacheltje binnen. En dat terwijl ook na zonsondergang er veel moois te beleven is op het eiland. Schuif bijvoorbeeld aan bij de excursie Bos, strand, en vuurtoren bij nacht. Grote kans dat je jonge gids Valentin Pöchmüller treft die als natuurgids werkzaam is voor de Stichting Amelander Musea.
De Oostenrijkse Valentin werd op zijn achtste al verliefd op het eiland. “Ik bezocht het tijdens een vakantie met een Duitse groep en zei toen tegen mijn moeder dat ik later op dit eiland zou wonen. Inmiddels is het al een aantal jaren mijn thuis.” Valentin leerde het vak bij Natuurcentrum Nes, van de doorgewinterde collega-gidsen. Hij geeft met veel toewijding rondleidingen in het Nederlands en Duits. Die rondleidingen beginnen altijd rond de schemering, bij de vuurtoren. “We hebben daar een overkapping waar we verzamelen. Daar stel ik me voor en leg ik uit wat we gaan doen. En dan gaan we direct op pad.”
De excursie gaat direct het bos in, waar je al zigzaggend langs bijzondere plekjes komt. “Aan de noordkant zie je goed hoe het bos is aangelegd”, licht Valentin toe. “Onderweg vertel ik waarom het bos staat waar het staat, en waarom ze juist voor deze bomen hebben gekozen. Dat heeft namelijk alles te maken met de Noordwesten wind, die veel zout en zand met zich meebrengt. Loofbomen kunnen daar niet zo goed tegen. Tegelijkertijd konden de dorpen niet goed tegen de zanderige wind, dus het bos diende als een soort windscherm.”
Aan de zuidkant van het bos trekt het gezelschap via een opgang het strand op. Valentin: Boven op de strandopgang is het een mooi moment om de verrekijker te pakken, want richting het westen kun je Terschelling zien liggen, met een grote zandbank tussen de twee eilanden in. “Als het nog licht is kun je daar tientallen zeehonden zien liggen.” Eenmaal op het strand loopt de groep door naar de vloedlijn. “In het natte zand kunnen we aan de hand van een tekening uitleggen waarom Ameland er zo uitziet en wat de stroming met het eiland doet”, vertelt de jonge gids. “Ooit lag het dorpje Sier hier. Honderden jaren terug hoor, de resten zijn inmiddels 20 meter onder water verdwenen, doordat het eiland als het ware opschuift. Mensen vinden hier nog vaak stukjes keramiek terug uit dat dorp.”
Als je weer richting het noorden wandelt, kun je mooi verzamelen wat er allemaal is aangespoeld aan de vloedlijn. “Meest bijzondere dat ik eens tegenkwam was een blauwe zeepaddestoel (kwal, red.) van bijna 40 centimeter breed. Zo groot zie je ze niet vaak.” De wandeling gaat nu weer het bos in, via een 15 meter hoge duin. Een beste klim, maar met een prachtig uitzicht op het bos en de vuurtoren. Rond deze tijd wordt het vaak ook donker, dus het licht van de vuurtoren is al mooi te zien. Na een korte wandeling door het bos, eindigt de tocht bij de vuurtoren. “We nodigen mensen dan uit om even naar boven te klimmen.” Valentin noemt het klimmen en dat is het ook bijna. Maar liefst 236 treden brengen je in een spiraal naar boven, waar het trappetje steeds smaller wordt. Maar met een spectaculaire beloning. Vanaf de punt zie je de lampen van de vuurtoren het eiland oplichten. In de verte is de toren van Terschelling, en soms ook Schiermonnikoog of Vlieland te zien. Een prachtige afsluiting, van een prachtige tocht.
Meer informatie