Genieten van de natuur staat voorop als je een bezoek brengt aan de Waddeneilanden. Bankhangen kan thuis wel weer! Hier wil je eruit en zoveel mogelijk zien, proeven en ervaren. Of je nou goed of slecht ter been bent. Zo dacht ook Cynthia Borras (42), boswachter bij Natuurmonumenten op Schiermonnikoog. Zij ontwikkelde samen met haar collega’s Familieroute Berkenplas, een belevingsroute voor iedereen; jong, oud, lopend of in een rolstoel. Midden in de eilandse natuur.
De route loopt vanuit het dorp naar de Berkenplas, een schoon stukje water waar ook in gezwommen kan worden. Mét helling, zodat rolstoelen of rollators ook het water in kunnen rollen. Cynthia: “We vonden het belangrijk dat een rolstoel of rollator niet een uitdaging hoeft te zijn om plezier te hebben in de natuur. Met dat in gedachten hebben we de route ontwikkeld. Dat zie je aan zoiets als de helling of aan de hoogte van bijvoorbeeld de waterpomp, die we hebben aangepast aan de hoogte van iemand in een rolstoel.
Het pad is niet alleen ontwikkeld met deze uitdagingen in gedachten, maar ook met een voor ouders herkenbaar probleem in het achterhoofd: kinderen houden niet van lange wandelingen. “Kinderen willen niet alleen maar wandelen om het wandelen. Daarom loop je hier van beleving naar beleving. Een kabelbaan, een boomhut, een zandvlakte, een wilde bloementuin. Je loopt tot aan de Berkenplas, waar je in de zomer kunt zwemmen en in de winter kunt schaatsen. Er wordt dan ook nog wel eens een kampvuurtje gemaakt. Hartstikke gezellig.”
De route heeft Cynthia uitgezet toen ze zelf in verwachting was van haar dochter Manon, nu zes jaar oud. Inmiddels neemt ze haar er vaak mee naartoe. “Ik neem een boekje mee en zit lekker op het terras, terwijl mijn dochter speelt bij de waterpomp. Ze ontmoet vriendinnen en vriendjes, bouwt dorpen met takjes. De fantasie van zo’n kind is dan zo groot dat zo’n boomhut ineens een heel kasteel wordt. Het is heel actief spelen met alles wat de natuur te bieden heeft.”
De boswachter zelf is “een en al natuur”, maar voor haar kleine was het niet altijd vanzelfsprekend om buiten te ravotten. “Vroeger wilde ze absoluut geen vieze handjes krijgen. Dat is nu wel anders. Hoe viezer en natter, hoe beter, lijkt het soms! Als we de route wandelen neem ik daarom altijd wat extra kleren mee. Vies worden is prima, maar van natte kleren worden ze koud.”