Blije
Aan het oostelijke galmgat in de toren kun je het zien: de toren en kerk zelf zijn niet even oud. De toren is meer dan 200 jaar ouder dan het kerkschip. Er is dan ook een duidelijk verschil in stijl: de toren is romaans en de kerk laatgotisch.
Aan het oostelijke galmgat in de toren kun je het zien: de toren en kerk zelf zijn niet even oud. De toren is meer dan 200 jaar ouder dan het kerkschip. Er is dan ook een duidelijk verschil in stijl: de toren is romaans en de kerk laatgotisch.
De huidige ingang bevindt zich in een mooie spitsboognis met in het timpaan een beeldje van de naamgever van de kerk. Eenmaal binnen vind je fraai meubilair uit de vroege achttiende eeuw. De preekstoel heeft snijwerk van sierlijsten en bladornament in Lodewijk XIV-stijl. Bekijk ook het ‘Van Dam-orgel’ uit 1870, de piscina in de koormuur en de prachtige portretzerk van de geharnaste Janke van Unema, in 1552 gehouwen door de grootmeester Vincent Lucas.
Extra Informatie:
In de 13de eeuw was op de terp van Blije een romaanse, bakstenen Nicolaaskerk met westtoren totstandgekomen. Achter de gehandhaafde toren is de kerk aan het begin van de 16de eeuw vervangen door de huidige laatgotische kerk. De romaanse toren gaat tot de galmgaten onversneden op. Beneden is in de westgevel een geprofileerd spitsboogvenster gemaakt; verder zijn er enige kleine, sleufvormige openingen. De gekoppelde rondgesloten galmgaten staan in rondboognissen. Die aan de oostzijde zijn enigszins in de verdrukking gekomen door het hoogoprijzende kerkdak. Aan noord- en zuidzijde zitten uurwerkplaten. De geveltoppen zijn in het midden van de 18de eeuw vernieuwd.
De muren van de laatgotische kerk laten een plastisch ritme zien van grote diepliggende spitsboogvensters en tweemaal versneden steunberen met dekplaten. In de tweede travee aan de zuidzijde staat een segmentvormig gesloten ingang in een rechthoekige nis. Het vijfzijdig gesloten koor heeft afwisselend vensters en nissen in spitsboogvorm. Ook de noordmuur heeft grote vensters en steunberen. In de tweede travee staat de tegenwoordig gebruikte ingang in een omlijste, gepleisterde, rechthoekige partij, waarin een fraai geprofileerde spitsboognis is verwerkt met in het timpaan een kleine beeldnis waarin recent een Sint-Nicolaasbeeld is geplaatst. De ingang zelf is segmentvormig gesloten.
Het interieur wordt gedekt door een in 1858 aangebracht houten tongewelf in (gereconstrueerde) oorspronkelijke kleuren en trekbalken op sleutelstukken. Het meubilair dateert grotendeels uit de vroege 18de eeuw. De preekstoel met klankbord bezit op de kanselkuip en het achterschot snijwerk van sierlijsten en bladornament in Lodewijk XIV-stijl. Het orgel is in 1870 gebouwd door Lambertus van Dam uit Leeuwarden. Tegen de noordwand staan twee overhuifde herenbanken. Het doophek is verplaatst en fungeert nu als koorhek. In de muur van het koor zit een piscina en in de vloer liggen grafzerken, waaronder een kinderzerk (1556) en een prachtige portretzerk, in 1552 vervaardigd door Vincent Lucas voor Janke van Unema en Tet Wyboltsma. De man is in wapenrusting afgebeeld tegen een achtergrond van een rijk versierde renaissancepoort met een draperie.
Laatgotisch
Begin 16de eeuw, toren 13de eeuw
Protestants
Preekstoel, meubilair, grafzerken, orgel