Ferwert
Vanaf de terpentijd veroverde de mens land op de zee, zoals hier in Noard Fryslân Bûtendyks. Vanaf deze plek zijn de zomerpol- ders te zien, omringd door een zomerdijk, met hekken, sloten, greppels, historische sluizen en ‘dobben’.
Vanaf de terpentijd veroverde de mens land op de zee, zoals hier in Noard Fryslân Bûtendyks. Vanaf deze plek zijn de zomerpol- ders te zien, omringd door een zomerdijk, met hekken, sloten, greppels, historische sluizen en ‘dobben’. Zoals de Unemadob- be rechts, een omdijkte drinkplek voor vee waarin regenwater wordt opgevangen. Daarachter liggen de kwelders, waar het zeewater dagelijks twee keer toegang heeft. Bij hoge vloed en storm staat het hele buitendijks gebied onder water tot halver- wege de zeedijk. Het landaanwinnen buitendijks gebeurde door het graven van greppels en opwerpen van akkers. De greppels slibden jaarlijks dicht. Door deze steeds opnieuw te ‘slatten’ werden de akkers steeds hoger. Het gewonnen land kwam in bezit van de binnendijkse landeigenaren. Men gebruikte de slik- sledes om te vissen in deze slikvelden.
In de jaren 30 nam de overheid de landaanwinning over. Aan de rand van de begroeide kwelder kwam een nog steeds bestaande eigendomsgrens tussen boeren en rijk. De overheid zette werk- lozen in om bezinkvelden te maken met rijsdammen er omheen (palen met takkebossen ertussen). Daarbinnen kwam een pa- troon van greppels om het water af te voeren met achterlating van het vruchtbare slib. Dit gebeurde tot de jaren 90. Tegen- woordig worden alleen de dammen nog onderhouden om het huidige kwelderareaal in stand te houden. Zo werd het door de mens aangelegde buitendijks gebied omgevormd tot een belang- rijk natuurgebied met historische waarden.