's Nachts komen planten en dieren tot leven. Donkerte is van levensbelang voor deze nachtbrakers, en lichtvervuiling vormt een bedreiging voor deze planten en dieren. Daarom legt programma Donkerte van de Wadden samen met lokale ondernemers en initatieven Nachttuinen aan.
Ga mee op reis langs onze Friese Nachttuinen en ontdek wat deze tuinen zo bijzonder maakt.
De volgende nachttuinen zijn al aangelegd:
En deze Nachttuinen komen er de komende twee jaar nog bij:
Kamperfoelie kan worden geplant in de lente of herfst op een zonnige of halfschaduwrijke locatie. Graaf een plantgat iets groter dan de kluit, plaats de plant erin en vul het gat aan met aarde. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes. Snoei in het vroege voorjaar om de groei te bevorderen.
Teunisbloem kan worden gezaaid in het voorjaar op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Zaai de zaden direct in de grond en bedek ze licht met aarde. Houd de grond vochtig totdat de zaailingen zich vestigen. Dun de zaailingen uit tot ongeveer 30 cm uit elkaar. Teunisbloem vereist weinig verzorging maar zorg ervoor dat de grond voldoende vochtig blijft.
Vlinderstruik kan worden geplant in de lente of herfst op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Graaf een ruim plantgat en meng compost in de grond. Plaats de plant erin en vul het gat aan met aarde. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes. Snoei de struik in het vroege voorjaar om nieuwe groei te bevorderen.
Nachtsilene kan worden gezaaid in de lente op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Zaai de zaden direct in de grond en bedek ze licht met aarde. Houd de grond vochtig tijdens het ontkiemen. Dun de zaailingen uit tot ongeveer 20 cm uit elkaar. Nachtsilene vereist weinig verzorging maar zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt.
Duindoorn kan worden geplant in de lente of herfst op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Graaf een ruim plantgat en meng compost in de grond. Plaats de plant erin en vul het gat aan met aarde. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes. Duindoorn is een winterharde struik en vereist weinig verzorging.
Zeepkruid kan worden gezaaid in het voorjaar op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Zaai de zaden direct in de grond en bedek ze licht met aarde. Houd de grond vochtig totdat de zaailingen zich vestigen. Dun de zaailingen uit tot ongeveer 20 cm uit elkaar. Zeepkruid vereist weinig verzorging maar zorg ervoor dat de grond voldoende vochtig blijft.
Wilgenroosje kan worden gezaaid in het voorjaar op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Zaai de zaden direct in de grond en bedek ze licht met aarde. Houd de grond vochtig tijdens het ontkiemen. Dun de zaailingen uit tot ongeveer 30 cm uit elkaar. Wilgenroosje kan zich verspreiden, dus houd rekening met de ruimte die ze innemen.
Frambozen kunnen worden geplant in het vroege voorjaar op een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Graaf een plantgat en meng compost in de grond. Plaats de frambozenstruik erin en vul het gat aan met aarde. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes. Bind de takken indien nodig aan een steun. Snoei de struik in de winter om oude takken te verwijderen en nieuwe groei te bevorderen.
Verminder je lichtvervuiling door lampen met een laag vermogen te gebruiken en je lichten naar beneden te richten. Ook zorg je ervoor dat je alleen licht gebruikt wanneer je het echt nodig hebt met behulp van lichtsensoren en timers. Door voor warm witte of amberkleurige lampen te kiezen maak je je tuin veiliger voor insecten: die worden aangetrokken door fel wit licht.
Maak je tuin een veilige en fijne plek voor nachtdieren door te zorgen voor voldoende schuilplaatsen. Dit doe je door struiken te planten en hoekjes met snoeiafval en stenen te maken. Een waterbron in de vorm van een vijver, vogelbadje of zelfs een schaal met water is ook fijn voor nachtdieren als padden en salamanders, maar zijn ook fijn voor vleermuizen en uilen met dorst.