Een warm nest in ijskoud zeewater
Categorieën
Het is maart en al is het buiten nog koud, toch hangt de lente aan alle kanten in de lucht. Vanaf mijn keukentafel zie ik de boeren in de polder druk in de weer om de grond klaar te maken voor hun gewassen. In de tuin zijn de vogels veel drukker dan een maand geleden. En hier en daar steekt een verdwaalde krokus z’n knop boven het maaiveld. Mocht de komst van de lente mij nu nog volledig ontgaan, dan wijst mijn plaatselijke kruidenier mij er op een iets minder subtiele manier wel op. Het is begin maart en vrolijk gekleurde paaseieren sieren de gangpaden tussen mijn dagelijkse boodschappen. “Net Kerst geweest en ze liggen er alweer. Dat is toch veel te vroeg?”, hoor ik een oudere dame licht verontwaardigd tegen een jonge vakkenvuller zeggen. “Ach mevrouw”, zegt hij. “Het is maart, dat valt toch wel een beetje mee.”
Ik ben het volledig met hem eens…
Kijk, dat vogels nog geen eieren leggen in deze tijd van het jaar klopt. Dan moet het eerst nog even iets warmer worden. Dat heeft alles met de overlevingskans van de kuikens te maken. Naast warmte betekent ‘warmer’ ook meer voedsel. Eiwitrijke insecten bijvoorbeeld. Twee belangrijke factoren voor iedere jongeling om op te groeien. Maar wie in februari op het strand loopt, kan ook dan al vers gelegde eieren vinden. Niet van scholeksters of plevieren maar van wulken.
De eikapsels van wulken zien eruit als bolletjes piepschuim. In ieder bolletje leeft één wulkenlarfje, dat uiteindelijk uitgroeit tot een heuse wulk. Dat een wulk haar eieren in ijskoud zeewater legt, heeft ook alles te maken met de overlevingskans van de baby’s. Baby wulkjes zijn - als je krabben moet geloven - verrukkelijk. Dus wil je uit de vlijmscherpe scharen van een krab blijven, moet je razendsnel kunnen… kruipen. Een krab die alleen maar zijwaarts loopt, heeft zelfs met dit merkwaardige loopje een serieuze voorsprong op zijn kruipende lekkernij. In februari is het zeewater nog ijskoud. Krabben sparen hun energie in koud zeewater en zijn daardoor een stuk minder actief. Voor wulken de uitgelezen kans om hun kroost een flinke voorsprong te geven. De wulk zoekt een geschikte plek om een flinke bol met eikapsels te plakken tussen stenen of planten.
Één zo’n bol met eikapsels kan bestaan uit wel duizend kleine bolletjes. In ieder bolletje leeft één larfje. En waar je als wulkenlarf zo vroeg op de wereld bent gezet om o.a. krabben te overleven, is het in werkelijkheid nog veel lastiger om je eigen familie te overleven. De eerste larfjes die uit de eikapsels kruipen doen zich als eerste tegoed aan hun nog uit te komen familieleden. Door deze familietraditie groeit maar zo’n tien procent van de larven uit tot een heuse wulk. Wanneer het zeewater warmer wordt worden krabben en andere zeedieren weer actiever. De jonge wulken zijn in de tussentijd sterk genoeg geworden om te overleven. En dat allemaal door gewoon extreem vroeg eieren te leggen.
Dus dat mijn kruidenier zijn eieren in maart in de schappen legt, is dus eigenlijk aan de late kant. Zoals de vakkenvuller terecht opmerkte tegen de oudere dame. "Die moet bioloog worden”, zei ik tegen de kassière toen ik bij de kassa mijn boodschappen inpakte. Met bovenop mijn boodschappen een zak vrolijk gekleurde chocolade paaseieren. Eindelijk. Dat werd ook wel eens tijd…
Met een vriendelijke groet vanaf het Wad,