View all 4 pictures
Deze 13,1 km lange rondwandeling voert langs historische dorpen als Boer, Tzummarum en Dongjum, met iconische kerken, restanten van middeleeuwse kloosters en rijke terpgeschiedenis. Ontdek verhalen van pelgrims, kloosterlingen en boeren in het bijzondere landschap van Noardwest Fryslân.
De wandeling begint in Boer, een klein dorp dat zijn naam ontleent aan de terp waarop ooit slechts één…
Deze 13,1 km lange rondwandeling voert langs historische dorpen als Boer, Tzummarum en Dongjum, met iconische kerken, restanten van middeleeuwse kloosters en rijke terpgeschiedenis. Ontdek verhalen van pelgrims, kloosterlingen en boeren in het bijzondere landschap van Noardwest Fryslân.
De wandeling begint in Boer, een klein dorp dat zijn naam ontleent aan de terp waarop ooit slechts één boerderij stond. De vroege twaalfde-eeuwse Mariakerk is het hart van dit nederzetting, omringd door een paar arbeiderswoningen en de voormalige pastorie uit de vijftiende eeuw, het oudste stenen huis van Fryslân. De Mariakerk is opvallend in haar dieprode kleur, die haar doet opvallen in het verder groene en rustige boerenland. De kerk zelf is romaans van stijl, opgebouwd uit gele en rode kloostermoppen. De witte toegangspoort, met haar rijke festoenen van bloemen, vruchten en schelpen, komt uit 1664 en stamt oorspronkelijk van het afgebroken Elgermastate. Twee wapenhoudende leeuwen pronken op de kroonlijst, boven het portaal.
Vanuit de kerk kijk je uit over de kwelderwal, een omgeving die ooit een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van het gebied. Het verstilde Boer, met haar eeuwenoude gebouwen, fungeert tegenwoordig als onderkomen voor pelgrims die het Jabikspaad volgen en tussen Zwarte Haan en Franeker wandelen. De kerk maakt in september regelmatig deel uit van de kunstroute van de Franeker vereniging van kunstenaars, een levendig moment in het verder rustige dorp.
Je begint de wandeling met een rondje om de Mariakerk en volgt vervolgens het pad dat naar de Oude Weg leidt. De rustige weg slingert tussen de kwelderwallen en biedt een prachtig uitzicht over het omliggende landschap. Aan de ene kant zie je de dorpen Boer, Ried en Berltsum liggen, terwijl aan de andere kant de dorpjes Minnertsga, Tzummarum, Oosterbierum en Sexbierum oprijzen. De mieden – de lager gelegen graslanden – geven het gebied zijn groene karakter.
Je passeert het toegangspad naar Bethaniëhiem, een plek die herinnert aan het begijnenklooster van Klooster Lidlum. Het klooster, dat in 1473 werd gesticht, speelde een rol in de geschiedenis van dit gebied. Het was een plek waar vrouwen zich wijdden aan het geloof en waar het conflict tussen de bewoners van Tzummarum en het klooster zich in de veertiende eeuw ontvouwde.
De route leidt je verder naar Tzummarum, een dorp dat sinds de vroege middeleeuwen belangrijk was. Tzummarum groeide uit tot een belangrijk centrum door de nabijheid van Klooster Lidlum, waar rond 1290 zo’n zeshonderd monniken woonden en werkten. Dit klooster wordt later vervangen door de imposante Sint Martinuskerk, die op een terp boven het landschap uittorent. De toren is een laatgotisch bouwwerk en vormt samen met het nieuwe schip van de neogotische kruiskerk uit 1870 een iconisch zicht in het kustgebied.
Op de kruising van de Sytzamaleane en de Swearderwei loop je de terp op, waar archeologische vondsten, waaronder een grafveld en een verborgen muntschat uit de negende eeuw, het oude belang van het gebied benadrukken. In Tzummarum was het leven intens verbonden met het water en het land.
Na Tzummarum volg je de weg richting de plek waar ooit Klooster Lidlum stond. Bij knooppunt 20 wandel je over de glooiende kwelderwal en kijk je recht vooruit naar de voormalige locatie van het klooster. Hier wandel je over het Tsjerkepaed, een pad dat rondom de Sint Martinuskerk slingert. Het is een kans om te reflecteren op de verbondenheid tussen de natuur en het religieuze leven dat ooit het ritme van het gebied bepaalde.
De route biedt de mogelijkheid om even door te lopen naar Oosterbierum, waar je kunt genieten van de kloostertuin de Tagong, een door dorpsbewoners aangelegde tuin met groenten, kruiden en bloemen. Het is een oase van rust, waar het spirituele van het kloosterleven nog steeds te voelen is in de flora van de tuin. Het openluchttheater biedt een plek voor reflectie en culturele activiteiten.
Vervolgens wandel je verder naar Dongjum over de Muntsewei, een weg die zich lichtjes kronkelend door het landschap slingert. Hier passeer je de plek waar Mariëndal, een klooster uit de twaalfde eeuw, zich bevond. Door aanhoudende overstromingen werd het klooster verplaatst naar een hoger gelegen terp. De kanunnik Sibrandus Leo schreef over de tragische dood van 42 monniken die verdronken tijdens het versterken van de dijken in de dertiende eeuw. De route eindigt met een wandeling door Dongjum, langs de dorpsstraat, en uiteindelijk terug naar Boer.
Dit rondje is niet alleen een fysieke tocht, maar ook een reis door de geschiedenis van een regio die onlosmakelijk verbonden is met water, land en spiritualiteit.
Rondjes om de kerken bevat 26 inspirerende en verrassende pelgrimsroutes in Noord-Fryslân. De weidsheid, de lichtval, wolken en het ruisen van de wind sluiten naadloos aan bij de sobere verstilling die de kerken bieden. Wijkplaatsen en vluchtheuvels in drukke tijden. Ontsnappingsroutes die rust bieden. Nieuwsgierig naar de andere routes? Je vindt ze hier
Meer verdiepende informatie over deze en de andere routes kun je vinden in de routegids; Rondjes om de kerken in Noord-Fryslân. Te verkrijgen via de boekhandel. De uitgave is tot stand gekomen door schrijver Fokko Bosker, een wandeljournalist, in nauwe samenwerking met stichting Tsjerkepaad die ijvert voor ruimere openstelling van de monumentale kerken in Fryslân.
Boer is een piepklein terpdorp ten noordoosten van Elfstedenstad Franeker. Boer is een tweelingdorp van Dongjum. Gelegen in een prachtig open landschap kun je hier prima fietsen en wandelen. Bezoek zeker ook de opvallende kerk.
De gepleisterde eenbeukige kerk uit de twaalfde eeuw was oorspronkelijk gewijd aan Maria. Het ingangsportaal uit 1664 is heel bijzonder: het is gesierd met twee leeuwen en een vaas, afkomstig van de afgebroken stins Elgersmastate.
Tzummarum, een prachtig en levendig dorp gelegen in een agrarisch gebied, op een steenworp van UNESCO Werelderfgoed Waddenzee in het noordwesten van Friesland. Dit dorp heeft een ruim aanbod van horecagelegenheden, diverse winkels en een recreatiepark.
Neogotische kerk. De sierlijke toren met rijke plastiek van blindnissen. De relatief nieuwe kruiskerk is een ontwerp van Herman Rudolf Stoett. De kerk heeft een Van Dam Orgel.
Oosterbierum, gelegen aan de Waddenzee, is een klein dorp met ongeveer 500 inwoners. Vanaf de dijk hebt u een prachtig uitzicht over de landerijen en de zee. Bij helder weer ziet u zelfs de eilanden Vlieland en Terschelling liggen.
Een kerk met een verrassend warme binnenkant. De fraaie, vroeg achtiende-eeuwse inventaris bestaat uit onder meer: lambrisering, omlijste tekstborden, vrouwenbanken met gesneden wangen, gesloten mannenbanken...
Klooster-Lidlum is misschien wel het kleinste terpdorp in de gemeente Waadhoeke. Het wordt ook wel een buurtschap genoemd omdat het geen kern heeft. De naam vermoed al dat er hier een klooster heeft gestaan.
Dongjum is een dorp in de gemeente Waadhoeke en ligt ten noorden van de Elfstedenstad Franeker. Dongjum vormt met Boer het tweelingdorp Dongjum-Boer. Je kunt vanuit hier prima suppen over de Dongjumervaart.
Start rondwandeling Boer
Na een rondje om de Mariakerk het pad aflopen en RA op de Oude Weg naar 73 en vervolgens RA naar 78 over de Miedweg die overgaat in een fietspad langs de Tsjummearumer Feart. Aan de ene kant ligt de kwelderwal met Dongjum, Boer, Ried en Berltsum, aan de andere kant dichter bij de zee ontstonden Minnertsga, Tzummarum, Oosterbierum en Sexbierum. Daartussen liggen de lager gelegen graslanden, de mieden.
Bij 78 RA naar 79 over de boerenlandweg Bethaniëleane. Aan de rechterhand markeren een paar witgepleisterde zuilen met daarop een koeienkop de toegang naar Bethaniëhiem. Op die plek in de mieden stond een zusterklooster van Klooster Lidlum. Het klooster Bethanië van de begijnen kon van start na een schenking van Jehannes Roorda. De bewoner van een stins in Tzummarum lag overhoop met Klooster Lidlum en wist hen veel grond te ontfutselen. Door omkoping zorgde hij ervoor dat zijn broer Ruurd tot abt van het klooster werd verkozen. Een latere abt ontvoerde hij en hield hem een jaar lang gevangen in een kelder van zijn stins. Uit wroeging over zijn gedrag schonk hij in een testament een van zijn boerderijen met grond aan de monniken. Het begijnenklooster heeft vanaf 1473 ongeveer een eeuw bestaan.
Over de Sytzamaleane op de kruising met de Swearderwei LA de terp oplopen. Dit deel van de kwelderwal was in elk geval rond de zevende eeuw bewoond. Op een van de terpen is een grafveld gevonden met zes skeletten uit die tijd. In 1996 dook een grote muntschat op, verborgen in een pot. Er zaten 2800 munten in, deels uit Trier en Auxerre, maar de meesten waren in Dorestad geslagen. De pot is in de negende eeuw verstopt. Tzummarum groeide uit tot een belangrijk dorp, vooral ook door het nabijgelegen Klooster Lidlum waar rond 1290 zo’n zeshonderd monniken woonden en werkten.
Vanaf knooppunt 79 rechtdoor naar 74. Vlak voor de kerk staat aan de rechterkant van de weg het Vicarishuis uit de zestiende eeuw. Het is deels uit kloostermoppen opgetrokken. De kosten van de vicaris werden betaald uit de opbrengst van pachtland in de mieden. Veel kerken op het platteland bezitten nog altijd landbouwgrond die ze aan boeren verpachten waaruit zij de instandhouding van de kerk en de gemeente bekostigen.
Bovenop de terp is de Sint Martinuskerk met zijn kloeke toren en spits beeldbepalend in het kustgebied. De kerk vervang een veel kleinere dertiende-eeuwse kerk. De toren is laatgotisch en is verbonden met het nieuwe schip van de imposante neogotische kruiskerk uit 1870. In 2005 vond een ingrijpende restauratie plaats, mede bekostigd door inzamelingsacties. Over het Tsjerkepaed maak ik een rondje om de kerk heen.
Vanaf 74 rechtdoor naar 20 over de glooiende kwelderwal met zicht recht vooruit op de plek waar vroeger klooster Lidlum stond. Vanaf 20 op de kruising van Kleasterwei en Lidlumerwei LA over het fietspad naar 76. Vanaf 76 is het mogelijk even rechtdoor te lopen tot aan Oosterbierum naar 71. Dat is heen en terug 2 kilometer extra. Bij 71 ligt kloostertuin ‘de Tagong’, dat is aangelegd door dorpsbewoners. Een weldadige plek met groenten, kruiden, bloemen en voedselbomen, een proeftuin annex tuinkamer en openluchttheater.
Vanaf 76 de Muntsewei inslaan naar 30 in Dongjum. Aan de linkerhand liggen twee boerderijen op de plek waar voorheen Mariëndal stond. Aanhoudende overstromingen in de dertiende eeuw noopten de monniken die zich in 1182 vestigden aan de Kapellewei te verkassen naar een zuidelijker gelegen terp. Kanunnik Sibrandus Leo maakte in zijn kloosterkroniek van 1575 melding van 42 broeders die in de dertiende eeuw verdronken terwijl zij samen met de boeren bezig waren met het versterken van de dijken. Abt Sibodus besloot daarop het klooster te verplaatsen. ‘De nabijgelegen zee kwam dikwijls zeer hoog te staan, en overspoelde her en der verspreid liggende akkers, en overdekte met haar geweld de hele aarde met een zoutsmaak, terwijl er een groot verlies van vee was, zodat na het terugtrekken van het zeewater de armoede voor de deur stond.’ (...) ‘Toen hebben ze, aan het einde van het vasten op zaterdag in de Goede Week (22 april 1234) vroeg in de morgen na God gedankt te hebben, met het Kruis, de waskaarsen en de relieken voorop, de reis ondernomen, hebben het Oude Dal verlaten en zijn in het nieuwe klooster aangekomen.’
Over de lichtjes kronkelende Mûntsewei naar de Hegesylsterwei en RA op het fietspad naar Dongjum. Bij 30 LA over de Dorpsstraat naar 10. Over de Riedsterweg bij 10 rechtdoor en vervolgens LA over de Oude weg naar 73 in Boer.