Ontdek de bijzondere waddenproducten van inventieve ondernemers
Categorieën
Wandel door de oude duinen, voel de zilte lucht en ontdek de Kroonpolders. Vlieland is niet alleen een eiland, maar een beleving vol natuur en rust. Perfect voor een verfrissende zomer of een zachte winter. Maar op Vlieland wordt ook water gedronken dat rechtstreeks uit het eiland haar eigen duinen komt. Zuiver en fris, een 'grand cru' onder het kraanwater, gebruikt door lokale brouwers voor het brouwen van heerlijke bieren.
Ligging en kenmerken
Overal op het eiland ruik je de zee. Of je nu wandelt aan het strand, zwemt, wadloopt of vaart: de zilte lucht is altijd aanwezig. De oude duinen van Vlieland, met de imposante Vuurboetsduin van 40 meter hoog, beschermen het land tegen de kracht van de zee. De ligging van Vlieland rondom de zee heeft invloed op het klimaat, waardoor de winter niet zo koud wordt door het warmere zeewater en de zomer juist verfrissend is dankzij de koelere zee.
Landschap
Bijzonder zijn de Kroonpolders: drassige zandvlakten afgesloten van de zee met brak water. Je vindt er unieke natuur met bijzondere vogels, planten, struiken, duindoorn, cranberries en zelfs orchideeën. De bossen bestaan uit naaldhout en loofbos. Langs de dijken en kwelders, de overgangen tussen land en wad, zie je zilte plantensoorten zoals zeekool, zeevenkel, lamsoor. Het ontbreken van achterland en agrarisch gebied heeft geleid tot beperkte landbouw. Vlieland heeft echter het grootste bosgebied van alle Waddeneilanden, met veel tamme kastanjes die de honing van West-Vlieland zijn smaak geven.
Leven op het eiland
Vroeger werden de tuinen vooral gebruikt voor eigen groenteteelt vanwege onregelmatige aanvoer van post of meel. De eilanders hadden een zelfvoorzienende instelling. Er werden bonen en aardappelen geteeld, maar er waren ook veel fruitbomen en bessenstruiken. Ook werden er geiten en kippen gehouden. Er waren maar een paar weilanden geschikt voor koeien. Tegenwoordig is het meeste vee op Vlieland er vooral voor landschapsonderhoud. De geiten bleven 's nachts in de gloppen en ‘s morgens liepen ze door de Dorpstraat naar de duinen. Er is ook een beeld van een geit te zien in de Dorpstraat. Tegen de avond kwamen ze met z’n allen vanzelf weer terug. De geiten werden gemolken en er werd ook kaas gemaakt. Toen er bossen werden aangelegd mocht ze niet meer los rondlopen.
Mensen leefden ook van de gevangen vis. Vis zoals bot, schar en schol werd met een staand want gevangen. Daarnaast werden er alikruiken, mosselen en oesters geraapt, duinkonijnen gevangen en eieren gezocht. En verder was er ook veel wildpluk van vlierbloesem, vlierbessen, rozenbottels, zeealsem en brandnetel. Toen er omstreeks 1926 nog maar 400 mensen op Vlieland woonden, werd er wel eens aan het voortbestaan getwijfeld. Het rijke natuureiland is gelukkig behouden gebleven. Met de komst van toeristen kreeg Vlieland een nieuwe toekomst. De middenstand bloeide, zomerhuisjes verschenen en badgasten brachten nieuw leven naar het eiland. Het leven op het eiland was uitdagend, maar de overgang naar toerisme bracht nieuwe kansen.
Vlielands drinkwater
Iedereen op het eiland drinkt Vlielands water. In het Vlielandse waterwingebied Blokkendal zijn de waterwinputten van het eiland te vinden. Onder Vlieland zit een zoetwaterbel, waaruit ongeveer 87 olympische zwembaden per jaar worden gepompt. Het water wordt gezuiverd op de Vuurboetsduin en vandaar uit gaat het naar de leidingen op Vlieland. Het water draagt de naam WAD water, wat staat voor Water Achter de Duinen. Dit is het product van de waterkringloop, die continu plaatsvindt. Het water is zo’n 30 jaar geleden uit regen gevallen op het eiland, wordt vervolgens opgepompt, gefilterd en verdeeld. ‘Grand cru’ kraanwater! De Vlielander brouwerij Fortuna gebruikt van dit bronwater voor hun bieren.
Scheepvaart
Vroeger wachtten de vloten van koopvaardijschepen op de rede van Vlieland, wat voor een levendige handelsactiviteit zorgde. Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen waren allemaal vertegenwoordigd op deze strategische plek. Het dorp Oost-Vlieland heeft bijzondere bezoekers gehad zoals De Ruyter en Tromp. Het Tromphuys in de Dorpstraat is een overblijfsel uit die tijd. Het verdwenen West-Vlieland, ooit belangrijker dan Oost-Vlieland, huisveste de commandeurs: de bevelhebbers van de walvisvaart.
De dorpen West-Vlieland en Oost-Vlieland
Het verdwenen dorp West-Vlieland had dezelfde bouw aan huizen en monumenten. Er was daar toen nog landbouw en veeteelt. Na de 16e eeuw kwam Oost-Vlieland op de voorgrond vanwege bedreigingen van de zee. Oude kaarten tonen aan dat het deel van West-Vlieland vrij breed was en dat er dus meer mensen woonden. Dat betekende dat er ruimte was voor veeteelt en landbouw. Oorspronkelijk leefde in West-Vlieland een landbouwbevolking. Zij hielden daar geiten en ander kleinvee. Er zou ook een kleine haven zijn geweest aan het Eyerlandse Gat.
Hoe kwam de post op Vlieland?
Het Posthuis, oorspronkelijk een klein huisje, stond op een afstand van 3 uur lopen van het dorp en diende als poststation. Het was niet altijd mogelijk om via Harlingen naar Vlieland te gaan. Af en toe zeilde daar een botter, als het niet te hard waaide of bij gunstige wind. Men kreeg dus niet altijd de post. De route die de post dan aflegde, was via Texel. Een koerier ter paard bracht de post naar het Noordhollands punt, waar hij met een schip naar Oudeschild ging en te paard Texel over reed richting het Eyerlandse Huis. Daar werd de post via het Eyerlandse gat overgeroeid of gezeild naar West-Vlieland en te paard verder gebracht. Er werd uiteindelijk een regelmatige postdienst ingesteld en daar werd het Posthuis voor gebouwd. De weg die Vlieland van oost naar west verbindt heet de Postweg.