Aldtsjerk
Je kan dit mooie natuurgebied te paard ontdekken, maar als je liever een wandeling maakt is dit ook geen probleem. De eikenhouthakbosjes hebben veel paden en passen in de sfeer van de landgoederen Staniastate en de Klinze in de Trynwâlden. De entree van...
Je kan dit mooie natuurgebied te paard ontdekken, maar als je liever een wandeling maakt is dit ook geen probleem. De eikenhouthakbosjes hebben veel paden en passen in de sfeer van de landgoederen Staniastate en de Klinze in de Trynwâlden. De entree van Grikelân en Turkije ligt direct naast de markante woning van de voormalige tuinman, het ‘Bosk-ein’.
“Grikelân en Turkije, vanwaar deze namen? De familie Van Sminia vond dit toepasselijke namen voor de bosjes. Zij hebben ze laten aanleggen met de opbrengst van Griekse en Turkse staatsobligaties.”
De hakhoutbosjes brachten vroeger geld op door het oogsten van hakhout wat gebruikt werd in houtkachels of in ovens van bakkerijen. De bast en de schors van de eiken waren van belang voor de leerlooierij. Elke tien tot twaalf jaar werden in mei en juni de takken gehakt. Door de sterke sapstroom in die maanden liet de bast gemakkelijker los. De bast werd van de stammen los geklopt en afgeschild. Vervolgens werd deze gedroogd in schuren of buiten in de wind. De fijngemalen bast, de zogenaamde ‘run’ was het eindproduct en werd in de leerlooierij gebruikt om het leer te verduurzamen. Met één hectare hakhout konden ongeveer veertien huiden worden gelooid.