De duivel op Schier
Categorieën
Tientallen jaren, soms wel eeuwenlang, werden ze van generatie op generatie doorverteld: volksverhalen. De Waddeneilanden én het kustgebied zitten boordevol met deze bekende (en onbekende) verhalen. Er zijn boeken vol mee geschreven. Het is belangrijk dat deze verhalen gedeeld blijven worden. We zijn begonnen op Terschelling en Ameland, met verhalen over de Doodemanskisten, het Stryper Wyfke en natuurlijk Rixt van 't Oerd. Dit keer vertellen we je het spookachtige verhaal van Tjeerd de strandjutter en de grote haan van Schiermonnikoog.
Leestijd: ongeveer 5 minuten
Tjeerd de strandjutter
Of het waar is, weten we niet. Maar het verhaal wil dat er op Schiermonnikoog ooit een strandjutter genaamd Tjeerd woonde. Na een lange strooptocht liep Tjeerd door de duinen van het eiland naar huis. Het was al diep in de nacht en de volle maan zette het eiland in een sterk, wit licht. De jute zak van de strandjutter was goed gevuld, de strooptocht was geslaagd. Zijn gezin - vrouw en zes kinderen - hadden weer genoeg te eten de komende weken. Terwijl Tjeerd verlangde naar zijn bed, lagen zij al enkele uren te slapen. Net als de rest van het dorp. Tjeerd was de enige op Schiermonnikoog die nog wakker was. En de enige die de geheimzinnige, stille sfeer van het eiland kon meekrijgen. Hij had inmiddels het Aaisterbunpad bereikt en kon dankzij het kronkelende pad binnen een half uur thuis zijn. Nog heel even bleef Tjeerd stil staan, om uit te kijken over het strand. En toen zag hij het...
De grote haan
Op het natte zand liep een vogel. Maar wat voor vogel? Een meeuw kon het niet zijn. Langzaam stapte Tjeerd richting het dartelende beest. Het leek de strandjutter wel op te merken, de menselijke aanwezigheid deed het alleen verrassend weinig. Terwijl hij steeds dichterbij kwam, besefte Tjeerd ineens wat voor beest het was. Een grote haan tripte heen en weer over het strand. En tot zijn grote verbazing kwam de haan juist dichterbij en begon in een kleine kring om de strandjutter heen te lopen. Wat de verbazing alleen nóg groter maakte, was hoe makkelijk de haan zich liet vangen. Tjeerd kon zijn geluk niet op. Hij had al zo'n goede strooptocht gehad en nu kwam hij ook nog eens thuis met een grote haan! Hij vervolgde fluitend zijn tocht, alleen moest hij na een aantal minuten al flink bijkomen. De zak op z'n rug leek alsmaar zwaarder te worden. Natuurlijk zat de zak flink vol maar zó zwaar was ie nou weer niet. Enkele minuten later moest de strandjutter z'n tocht wéér onderbreken.
De lachende duivel
Bekaf zette de strandjutter zijn juten zak met een plof op de grond. Hij kon niet meer tillen, lopen of zelfs praten. Dat laatste kwam alleen totaal ergens anders door. De juten zak was open gegaan en de grote haan sprong er lachend uit. Het dier kraaide met een merkwaardige stem: "Haha! Ik ben de duivel. De duivel!" Ademloos en met klapperende tanden keek Tjeerd het beest aan. Al die tijd had hij de duivel gedragen op zijn rug, zoals de lachende haan hem sarcastisch toewierp. De arme strandjutter zette het op een lopen. Buiten adem kwam hij thuis, waar hij doodsbang onder de dekens kroop. Dagenlang bleef hij daar, terwijl zijn vrouw aan iedere dorpsbewoner vertelde wat haar man was overkomen. Tjeerd zou nooit meer jutten of stropen. Van de strandjutter werd door de bewoners van Schiermonnikoog beweerd dat hij altijd in verbinding stond met de duivel. Niet lang daarna overleed arme Tjeerd. Wanneer je ooit op Schiermonnikoog bent en een grote haan tegenkomt; laat het beest dan vooral met rust. Het kan zomaar de 'aauwde knecht' (de duivel) zijn...
Als bron voor het dit verhaal, is het boek Waddenlegenden van Henk de Weerd gebruikt.